Bittervoorn
Rhodeus amarus
De Bittervoorn
Rhodeus amarus
is een vis die voorkomt in stilstaande of langzaam stromende wateren. Het is een kleine zijdelings afgeplatte vis met een hoge rug en een eindstandige bek. Hij meet tot 9 cm.
Plantenrijke vijvers, kanalen, oude rivierarmen en sloten genieten de voorkeur. Zijn voedsel bestaat vooral uit plantaardig voedsel maar ook dierlijk voedsel zoals planktonkreeftjes, insectenlarven en wormen, wordt soms gegeten. Het voortbestaan van deze vis is afhankelijk van het voorkomen van zoetwatermosselen.
Het mannetje zoekt een zoetwatermossel en vestigt daarrond zijn territorium. In de paaitijd, van april tot juni, heeft het mannetje een mooi iriserend baltskleed met een roze keel, borst en buik en oranje ogen.
Na enige tijd went de zoetwatermossel aan de vis en sluit hij niet telkens meer de klep bij contact. Tijdens een zogenaamde “paringsdans” deponeert het vrouwtje de eitjes in de mossel. Zij ontwikkelt hiervoor een speciale legbuis. Per mossel worden 10 tot 25 eieren gedeponeerd. Een vrouwtje kan tot 100 eieren produceren. Het mannetje stort daarna de hom (vissperma) uit boven de mossel. Dit vocht wordt door de mossel naar binnen gezogen zodat de eieren in de mossel bevrucht worden. Nadat de eieren tot ontwikkeling zijn gekomen, worden de vissenlarven door de mossel uitgedreven. Dit is van zodra de dooierzak is opgeteerd. Hierbij blijven veelal mossellarven aan de visjes kleven zodat de mossel zelf verspreid wordt en hij ook voordeel haalt bij deze samenwerking (mutualisme). Door deze strategie zijn de eieren en de larven uitstekend tegen rovers beschermd. Als ze ongeveer 1 cm groot zijn, zwemmen de larven de mossel uit.
In strenge winters krijgen zoetwatermosselen harde klappen, hetgeen een directe weerslag kan hebben op de populaties van de Bittervoorn. Zonder de mosselen kunnen deze voornen zich niet met succes voortplanten.
De zoetwatermosselen zijn de Zwanemossel
Anodonta cygnea
of de Grote Schildersmossel
Unio pictorum
. Ook de Aziatische Korfmossel
Corbicula fluminea
, een exoot, blijkt geschikt te zijn.
Watervervuiling vormt de grootste bedreiging voor deze vis. Het baggeren van sloten of andere waterlopen is altijd schadelijk voor zoetwatermosselen. Deze mosselen zijn ook zeer gevoelig voor verzuring. De Bittervoorn is pas na 2 jaar geslachtsrijp. Hij wordt 5 jaar oud.
De laatste jaren is de verspreiding van deze vissoort toegenomen in Vlaanderen als gevolg van de verbeterde waterkwaliteit (2016).
MENU
HOME
OVER DEZE SITE
NUTTIGE LINKS
ZOEK
DOSSIERS
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
V
W
X
Y
Z