Blauwe Metselbij
 
Osmia caerulescens






De Blauwe Metselbij Osmia caerulescens is een algemene bij met een lengte van 7 tot 10 mm.
Het vrouwtje is herkenbaar aan de blauwe metaalglanskleur en de zwarte buikschuier. De kop is groot en rechthoekig. De vrij losse beharing van het borststuk is grauwbruin. De tergieten hebben smalle, witte haarbandjes aan de zijkant van de achterranden. 
Het mannetje heeft een eerder metaalgroene grondkleur. Het borststuk van het mannetje is wollig oranjebruin behaard. De ogen zijn groen met donkere vlekken.

De bij vliegt in 2 generaties. De eerste generatie vliegt van half maart tot begin juli. De tweede, minder vruchtbare generatie, vliegt van half juli tot eind augustus. Er zijn oktoberwaarnemingen zodat er misschien ook een derde generatie kan optreden. 

Deze bij haalt stuifmeel bij verschillende verschillende planten, maar vertoont toch een voorkeur voor vlinderbloemen (bijvoorbeeld Gewone Rolklaver Lotus corniculatus), lipbloemen (bijvoorbeeld Bosandoorn Stachys sylvatica) en Slangenkruid Echium vulgare.

Deze soort kan vaak worden aangetroffen in stedelijk gebied (tuinen, braakliggende terreinen en spoorwegterreinen), boomgaarden, bosranden, open plekken in bossen en verlaten steengroeven.

Als nestgelegenheid worden bestaande holtes in muren, monumentale bomen of dood hout gebruikt. Deze soort heeft een voorkeur voor nestholtes met een diameter van 5 à 6 mm. De bij overwintert als volwassen dier in een cocon. De broedcellen worden afgesloten met behulp van zand en modder vermengd met speeksel. De wandjes van de broedcellen worden gemaakt met stukjes van de bladeren van Kaasjeskruid Malva species die worden fijngekauwd.

De Blauwe Metselbij is een gastheer voor de Witgevlekte Tubebij Stelis ornatula.

Een nog vaker geziene parasiet bij deze bij is de Bonte Knotswesp Sapyga quinquepunctata.