Bodem
 






De bodem is het vaste deel van de aarde met inbegrip van het grondwater en de andere bestanddelen en organismen die zich erin bevinden. Waterbodems behoren ook tot de bodem. Diverse bodemdegradatieprocessen verlagen de actuele en/of potentiële geschiktheid van de bodem. De voornaamste verstoringen zijn bodemverontreiniging, bodemaantasting en bodemuitputting.

De bodem heeft een eigen ecologie. Planten wortelen in de bodem en talloze bodemdieren, zoals Regenwormen Lumbricus terrestris, komen erin voor. Deze organismen zorgen voor de instandhouding of de verbetering van de bodemstructuur en voor de afbraak van organische stoffen. In de bodem speelt zich een groot deel van belangrijke kringlopen af, zoals bijvoorbeeld de stikstofkringloop. De bodemvorming wordt door verschillende factoren beïnvloed, zoals klimaat, vegetatie, reliëf en bodemflora- en –fauna.

Groenwieren en diatomeeën scheiden in de bodem slijmstoffen af die de bodemdeeltjes aan elkaar doet kleven. Ze zorgen voor een optimale kruimelstructuur.   

In een gezonde bodem is er een ingewikkeld voedselnetwerk actief. Bacteriën en schimmels vormen vaak een eerste stap bij de afbraak van het aanwezige organische materiaal. Protozoa, schimmel- en bacterie-etende nematoden, potwormen, Regenwormen en schimmeletende mijten en springstaarten zorgen voor de volgende stap. Vervolgens worden voornoemde organismen opgegeten door carnivore nematoden, mijten en springstaarten. Duizendpoten, Mollen Talpa europaea en muizen zijn de laatste trap. Regenwormen, pissebedden, potwormen en plantenetende nematoden voeden zich ook rechtstreeks met organisch materiaal.

De bodemfauna maakt een belangrijk deel uit van onze biodiversiteit en is functioneel een zeer belangrijke component van een gezond ecosysteem.