Bonte Viltbij
 
Epeoloides coecutiens






De Bonte Viltbij Epeoloides coecutiens is een gedrongen gebouwd bijtje met een lengte van 8 tot 10 mm.

Het vrouwtje is grotendeels zwart gekleurd. De beharing op de kop is zwart. De eerste 3 achterlijfssegmenten zijn rood. Het borststuk is zwart met witte viltvlekken op borststuk en achterlijf. De beharing is kort en onopvallend. De ogen zijn blauwgroen. 
Het borststuk van het mannetje is zwart met een vrij lange, roodbruine beharing. Het achterlijf is grotendeels roodachtig met kleine zwarte zijvlekjes. De ogen zijn bij het mannetje groen.

Deze vrij zeldzame bij vliegt van half juni tot eind augustus.  

Deze soort is de enige broedparasiet bij de Gewone Slobkousbij Macropis europaea en de Bruine Slobkousbij Macropis fulvipes. De bij bezoekt enkel planten voor de nectar en verzamelt geen stuifmeel.

De bij bezoekt (voor de nectar) bloemen van onder meer Beemdkroon Knautia arvensis, Wilde Marjolein Origanum vulgare, Knoopkruid Centaurea jacea, Waterkruiskruid Jacobaea aquatica, Haagwinde Calystegia sepium en Grote Kattenstaart Lythrum salicaria.

Deze bij komt voor op zandgronden en wordt vaak gevonden langs slootkanten en greppels, op de plaatsen uiteraard waar de gastheerbijen voorkomen.

Als gevolg van ecologisch groenbeheer neemt onder meer in het stedelijke gebied de Grote Wederik Lysimachia vulgaris toe. Dit is de belangrijkste voedselplant van de belangrijkste gastheer, waarvan de aantallen eveneens toenemen.