Boomgaarden






Hoogstamboomgaarden leveren oudere bomen en een grotere variatie aan kruiden dan laagstamboomgaarden. Deze laatste werden de laatste jaren wel meer aangeplant, dit ten koste van de hoogstamboomgaarden, wegens de hogere rendabiliteit.

Vanuit het oogpunt van natuurbescherming zouden de nog bestaande hoogstamboomgaarden in Vlaanderen moeten behouden worden of zelfs op één of andere manier een beschermingsstatus verkrijgen.
Appelbomen Malus domestica trekken tal van Honingbijen Apis mellifera en solitaire bijen zoals Roodgatje Andrena haemorrhoa en Rosse Metselbij Osmia bicornis aan, die alle bijdragen tot de bestuiving.

In het najaar is het afgevallen en rottend fruit een belangrijke suikerbron voor heel wat dagvlinders (zoals Atalanta, Dagpauwoog, Gehakkelde Aurelia en Bont Zandoogje).

Vaak worden er ook koninginnen van de Hoornaar Vespa crabro en werksters van verschillende wespensoorten op rottend fruit aangetroffen.

In warme, droge zomers stoppen veel bloemen voortijdig met de nectarproductie. Dan drinken ook vaak nachtvlinders (zoals Roesje en Rood Weeskind) op rotte vruchten op de grond of op rijpe vruchten die nog in de boom hangen. 
Vlinders beschikken slechts over een dunne roltong, maar slagen er toch in om te drinken op de vruchten via de openingen die in de vruchten werden gemaakt door andere insecten. Wespen (zoals de Gewone Wesp) beschikken over stevige kaken waarmee ze gemakkelijk gaatjes kunnen bijten in het fruit. Ook vogels (zoals Merel en Kauw) pikken gaatjes in het fruit.

Ook andere soorten (zoals Boomsprinkhaan, hooiwagens en oorwormen) komen op het fruit af. 
Het laten liggen van (een hoeveelheid) valfruit in de boomgaard is dus gunstig voor de biodiversiteit.
Boomgaarden moeten niet of toch zeer extensief worden gemaaid, zodat er voldoende kansen worden geboden aan planten om tot bloei te komen.