Borstelgroefbij
Lasioglossum nitidiusculum
De Borstelgroefbij
Lasioglossum nitidiusculum
is een bij met een lengte van 5,5 tot 6,5 mm.
Het vrouwtje is zwart en de kop is iets breder dan lang. De eerste tergiet van het vrouwtje heeft een fijn bestippelde achterrand. Het achterlijf heeft geen viltvlekken.
Het mannetje is zwart en de kop is ook iets breder dan lang. Het mannetje is opvallend slanker dan het vrouwtje en heeft lange antennes. Op de zijkant van de sternieten heeft het mannetje lange haartoefjes.
Deze zeldzame bij vliegt in één generatie van begin maart tot eind september (mannetjes vliegen vanaf juli) langs bosranden, en in (de rand van) voedselarme graslanden.
Volwassen vrouwtjes overwinteren. Het nest wordt solitair gegraven in de grond.
Het is een polylectische soort, die toch een voorkeur blijkt te vertonen voor composieten zoals Gewone Paardenbloem
Taraxacum officinale
en Streepzaad-soorten
Crepis species
.
Als broedparasieten bij deze bij zijn de Brede Dwergbloedbij
Sphecodes crassus
, de Glanzende Dwergbloedbij
Sphecodes geoffrellus
, de Gewone Dwergbloedbij
Sphecodes miniatus
en mogelijk ook het Geeltipje
Nomada sheppardana
bekend.
MENU
HOME
OVER DEZE SITE
NUTTIGE LINKS
ZOEK
DOSSIERS
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
V
W
X
Y
Z