Boswilg

De Boswilg Salix caprea is een vrij algemene boom die groeit in bossen, heggen, langs bosranden, op kapvlakten en in duinen op een vrij voedselrijke en meestal vochtige bodem. De boom kan ook langs (spoor)wegen en op ruderale en braakliggende terreinen voorkomen.

Het is een snelle groeier die tot 4 m hoog wordt. De boom bloeit vanaf zijn derde jaar. De boom is tweehuizig. Vanaf maart draagt de mannelijke boom gele katjes en de vrouwelijke boom grijsgroene vrouwelijke katjes. De bloembladen zijn gereduceerd. De grote elliptische bladeren zijn bovenaan kaal maar onderaan zijn ze grijswit-viltig. Ze zijn fijn getand. De vrouwelijke katjes rijpen tot zachte, donzige zaden. Het is een veelstammige boom, die vaak een struikvorm behoudt. De boom verdraagt zowel zon als halfschaduw.

Het vroege aanbod van stuifmeel en nectar zorgt ervoor dat bijen bij deze boom hun eerste voedsel vinden. Zowel mannelijke (voor het stuifmeel) als vrouwelijke (voor de nectar) bomen zijn van belang voor tal van soorten.
Door zijn snelle groei zorgt hij voor schaduw. Deze schaduw doet veel andere kleine planten verdwijnen, zodat er ruimte ontstaat voor grotere bomen, die op hun beurt de Boswilg zelf kunnen doen verdwijnen.
De Boswilg heeft een zeer hoge nectar- en stuifmeelwaarde voor vlinders, solitaire bijen, hommels en Honingbijen Apis mellifera.

Er is op de bloemen bezoek vastgesteld van een groot aantal verschillende bijen (zoals Aardhommel, Akkerhommel, Boomhommel, Donkere Tuinhommel, Grote Koekoekshommel, Veldhommel, Veenhommel, Weidehommel, Vierkleurige Koekoekshommel, Steenhommel, Tweekleurige Koekoekshommel, Gehoornde Metselbij, Roodgatje, Slanke Groefbij, Witbaardzandbij, Asbij, Bonte Wespbij, Bosbloedbij, Gewone Dubbeltand, Gewone Franjegroefbij, Gewone Geurgroefbij, Gewone Wespbij, Grasbij, Groepjesgroefbij, Grote Zijdebij, Lichte Wilgenzandbij, Pantserbloedbij, Roodbuikje, Roodharige Wespbij, Roodsprietwespbij, Roodzwarte Dubbeltand, Donkere Dubbeltand, Smalbandwespbij, Valse Rozenzandbij, Viltvlekzandbij, Vroege Wespbij, Vroege Zandbij, Witkopdwergzandbij, Zilveren Zandbij, Zwartbronzen Zandbij, Zwart-Rosse Zandbij, Wimperflankzandbij, Roodrandzandbij, Grijze Zandbij en Honingbij).
Tal van hommels bezoeken de boom voor stuifmeel en nectar. Ook in heidegebieden is de aanwezigheid van deze boom van groot belang voor de koninginnen van verschillende hommels (zoals Wilgenhommel, Veenhommel en Grote Veldhommel) die er in de lente van afhankelijk zijn. Hij trekt verschillende zandbijen, zijdebijen en metselbijen aan.

De Boswilg is een waardplant voor zeer veel vlindersoorten.

Deze boom is namelijk één van de waardplanten van de vlinders Grote Weerschijnvlinder Apatura iris, Grote Beer Arctia caja, Bonte Beer Callimorpha dominula, Peper-en-Zout-vlinder Biston betularia, Vroege Spanner Biston strataria, Hermelijnvlinder Cerura venula, Wilgenhoutvlinder Cossus cossus, Donsvlinder Euproctis similis, Populierenpijlstaart Laothoe populi, Perentak Phigalia pilosaria, Ringelrups Malacosoma neustria, Huismoeder Noctua pronuba, Witvlakvlinder Orgyia antiqua, Wapendrager Phalera bucephala, Bruine Wapendrager Clostera curticula, Brandvlerkvlinder Pheosia tremula, Gehakkelde Aurelia Polygonia c-album, Pauwoogpijlstaart Smerinthus ocellatus, Appeltak Campaea margaritaria, Agaatvlinder Phlogophora meticulosa, Breedbandhuismoeder Noctua fimbriata, Voorjaarskortvleugelmot Diurnea fagella, Dromedaris Notodonta dromedarius, Gepluimde Spanner Colotois pennaria, Elzenuil Acronicta alni, Hagedoornvlinder Opisthograptis luteolata, Halvemaanvlinder Selenia tetralunaria, Hoornaarvlinder Sesia apiformis, Kameeltje Notodonta ziczac, Kleine Wintervlinder Operophtera brumata, Kromzitter Asteroscopus sphinx, Meriansborstel Calliteara pudibunda, Nunvlinder Orthosia gothica, Papegaaitje Chloroclysta siterata, Piramidevlinder Amphipyra pyramidea, Plakker Lymantria dispar, Roesje Scoliopteryx libatrix, Satijnvlinder Leucoma salicis, Schilddrager Subacronicta megacephala, Snuitvlinder Pterostoma palpina, Tauvlinder Aglia tau, Tweestreepvoorjaarsuil Orthosia cerasi, Wilgengouduil Xanthia togata, Witte Grijsbandspanner Cabera pusaria, Witte Hermelijnvlinder Cerura erminea, Zuringuil Acronicta rumicis en Bont Schaapje Acronicta aceris.

De Wilgengouduil Xanthia togata behoort tot de uiltjes. Deze vlinder vliegt van augustus tot oktober. Het is een algemene soort die vooral voorkomt op plaatsen met Wilg-soorten Salix species zoals vochtige graslanden met verspreid staande bomen of bosjes. Deze nachtvlinder legt de eitjes op de knopschubben van wilgentwijgjes, vooral deze van Boswilg. De rupsen voeden zich met de jonge wilgenkatjes en vallen samen met deze later op de grond, waarna ze zich verder voeden met andere planten zoals Ratelpopulier Populus tremula en Braam Rubus fruticosus.

De Blauwwitte Wilgenprachtkever Agrilus guerini behoort tot de prachtkevers. Deze zeer zeldzame kever leeft bij voorkeur in Boswilg in twijgen en takken met een diameter van 2 tot 4 cm en in stammen tot 10 cm.