Botulisme
In de natuur sterven vooral vissen en watervogels aan botulisme. Het botulisme wordt in de natuur veroorzaakt door de bacterie
Clostridum botulinum
, die in een anaëroob (zuurstofloos of zeer zuurstofarm) milieu gifstoffen het botuline produceert. Botuline is zowat het giftigste gif dat men kent.
Deze bacterie leeft in het slib van plassen en sloten. Het gif kan zich ook bevinden in niet goed gesteriliseerd en ingemaakt voedsel. Het gif tast de prikkeloverdracht tussen zenuwen en spieren aan.
De prikkeloverdracht gebeurt door neurotransmitters die tussen verbindingen van zenuwen (synapsspleten) heen en weer kunnen. Wanneer er geen prikkel is, bevinden de neurotransmitters zich in blaasjes in de zenuwen. Wanneer er een elektrisch stroompje langskomt, dan trekken speciale eiwitten de blaasjes als een soort trekveer naar het uiterste puntje van de zenuw. De blaasjes openen zich, zodat de neurotransmitters hun werk kunnen doen.
Botuline vernietigt de trekverende eiwitten. Het gif produceert een eiwit dat de afgifte van acetylcholine blokkeert, een neurotransmitter die spieren opdraagt zich samen te trekken. Er zijn amper 10 gifmoleculen nodig om een compleet zenuwuiteinde te ontregelen. Een honderdste milligram botuline bevat reeds miljarden gifmoleculen, zodat zeer kleine hoeveelheden genoeg zijn om alle spieren te verlammen. Een microgram botuline kan al fataal zijn voor een mens. De eerste verschijnselen bij de mens zullen zich aan de oogspieren voordoen. Deze treden 12 uur na de vergiftiging op. Daarna raken meer spieren verzwakt en verlamd, maar het slachtoffer blijft bij bewustzijn en kan niet in slaap komen. De dood volgt na ongeveer een week, meestal door verlamming van de ademhalingsspieren. De bacterie werkt neurotoxisch en dit zowel op mens als dier. Mensen die slechts een weinig besmet zijn met botulisme zien en spreken moeizaam, hebben minder fut en klagen over slappe spieren.
Vooral het water van ondiepe plassen raakt snel opgewarmd. Hoe warmer het water, hoe minder zuurstof erin is opgelost. Mede als gevolg van de opwarming en van vervuiling verliest het zijn zuurstofgehalte, zodat de bacterie reeds gauw zijn gifstoffen kan produceren. De ziekte treedt vooral op in warme zomers en bij een geringe zuurstofconcentratie in het water. Botulisme dringt door in de gehele kringloop van alles wat in en om het water leeft. Watervogels, vissen, huisdieren, maar ook koeien en bijvoorbeeld muggenlarven kunnen de bacterie binnenkrijgen en weer verspreiden. Het zijn echter vooral wilde vogels (Wilde Eend
Anas platyrhynchos
, Wintertaling
Anas crecca
, Slobeend
Spatula clypeata
) die getroffen worden door deze ziekte omdat ze overwegend in ondiep water foerageren. De kadavers van besmette watervogels kunnen het water ernstig verontreinigen.
Zeer sterk verdund, in de vorm van het geneesmiddel botox, blijkt botuline een effectief en veilig middel te zijn bij de behandeling van rimpels, het onderdrukken van migraine, het genezen van scheelheid en de behandeling van onwillekeurige spiersamentrekkingen bij patiënten die aan multiple sclerose of spastische verlamming leiden.
MENU
HOME
OVER DEZE SITE
NUTTIGE LINKS
ZOEK
DOSSIERS
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
V
W
X
Y
Z