Breedscheenjuffer

Platycnemis pennipes






De Breedscheenjuffer Platycnemis pennipes, ook Blauwe Breedscheenjuffer genoemd, heeft typische afgeplatte schenen en een dubbele naadstreep op de schouders.

De kieuwplaten van de nimfen zetten zich aan het einde voort in een draadvormige structuur.

Deze libel heeft een vleugelspanning tot 75 mm en komt van mei tot september voor bij langzaam stromende, plantenrijke rivieren, beken en grachten. De oevervegetatie is meestal gevarieerd op de vindplaatsen en wordt afgewisseld met bomen en struiken.  

Het mannetje en het vrouwtje van deze soort vormen een “tandem” tijdens de paring. Het mannetje blijft namelijk met de achterlijfstangen verankerd achter de kop van het vrouwtje en gezamenlijk begeven ze zich naar een ei-afzetplaats op boven het wateroppervlak uitstekende plantenstengels. Het vrouwtje boort de eieren door middel van een legboor in het weefsel van de plant. Ondertussen houdt het mannetje, nog steeds verankerd aan het vrouwtje de omgeving in de gaten.    

Deze soort wordt bij onze noorderburen beschouwd als een indicatorsoort van zuurstofrijk water. Een toename van deze soort kan dus te wijten zijn aan een verbetering van de waterkwaliteit. Ook relatief warme zomers kunnen de aantallen doen toenemen.