Bruine Kiekendief

Circus aeruginosus






De Bruine Kiekendief Circus aeruginosus is een dagroofvogel met een lengte van 43 tot 55 cm.

Het mannetje heeft een grijze staart en een lichte kop. De mantel, de schouders en de rug zijn bruin en steken sterk af tegen de grijze vleugels. Het vrouwtje heeft een donkerbruin lichaam; de kop en de schouders zijn lichtbruin. Het vrouwtje is groter dan het mannetje.  Deze vogel heeft geen witte stuit.

Jonge vogels zijn donkerbruin en hebben een opvallende gele kruin en keel.

Tijdens de vlucht worden de vleugels ondiep V-vormig gehouden. Deze vogel heeft een trage, schommelende jachtvlucht.
Het leefgebied van de Bruine Kiekendief bevindt zich in moerassige gebieden, vooral in de verlandingszone van plassen.
Het nest bevindt zich dicht bij het water in rietvelden, in de oeverzones van meren en soms ook op opgespoten terreinen.
De vogel bouwt de laatste jaren vaker het nest in landbouwgewassen (koolzaad, luzerne, wintergerst). Wanneer de oogst van de gewassen vroeg valt, komen veel jongen om in de oogstmachines. 

In april-mei legt het vrouwtje 4 of 5 eieren, die zij alleen bebroedt. Het mannetje brengt haar wel voedsel. Het voedsel bestaat uit zoogdieren, vogels en hun eieren, vissen en amfibieën.

De aantallen van deze soort zijn toegenomen dankzij een betere bescherming en een verminderd gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen.

De toename van het aantal beschermde natuurgebieden droeg ook bij tot een heropleving.

Het is een schaarse broedvogel, die doortrekt en in kleine aantallen ook overwintert.