DonkereSlakkenvreter

De Donkere Slakkenvreter Drilus concolor is een kever die behoort tot de slakkenvreters. Het mannetje meet tot 5 mm; het vrouwtje is vrijwel egaal donkerbuin gekleurd en meer tot 16 mm.

Het gevleugeld mannetje is een actieve kever en een flink stuk kleiner dan het larviforme vrouwtje. Het vrouwtje leeft net als de larven op de bodem. Een dag na de copulatie legt het vrouwtje eitjes en wordt ze een flink stuk kleiner.

De soort komt van mei tot augustus voor in een bosachtige, schaduwrijke met gras begroeide omgeving.

De larven zijn rood en harig en voeden zich met huisjesslakken. Ze hebben hiervoor vingervormige uitsteeksels aan het achterlijf. De larven inspecteren eerst de slak en bijten deze verschillende keren in het weefsel dicht bij het slakkenhuis.

De larven verlammen de slakken met een gif. Nadat de slakken zijn verlamd, worden ze door de larven versleept naar de schaduw. Vervolgens dringen de larven het slakkenhuis binnen. De vertering gebeurt met behulp van verterende maagsappen. Bij slakken die de opening te nauw afsluiten en hierdoor de toegang belemmeren, boort de larve een gaatje in het slakkenhuis.

De larven zijn actief in de lente en de zomer.

Bij deze kever treedt er een zogenaamde hypermetamorfose op van eitje tot volwassen kever. De eitjes worden in de lente gelegd en komen na ongeveer een maand uit. Na het eten van een aantal slakken, en na ongeveer één vervelling per maand tussen mei en september, transformeert de larve in zijn eerste herfst naar een pseudopop. In de volgende lente wordt hij opnieuw een actieve larve en eet hij nog een aantal slakken. Op zijn minst twee keer in zijn leven is deze kever een pseudopop. Het duurt op zijn minst dus 2 jaar van eitje tot volwassen kever. De larve kan ook een extra jaar nodig hebben om volwassen te worden. In de laatste lente ontwikkelt de larve zich dan via een pop tot een volwassen kever.

Deze kever wordt vooral gevonden in de Zwartgerande Tuinslak Cepaea nemoralis en de Segrijnslak Cornu aspersum.