Duinriet
 
Calamagrostis epigejos






Het Duinriet Calamagrostis epigejos groeit op zandgrond, in duinen en aan waterkanten. De standplaatsen zijn meestal open, vochtig en tamelijk voedselarm. We vinden deze plant meestal in de duinen, elders is ze zeldzaam.
Deze soort bloeit van juni tot augustus met purpergroene pluimen.

Het Duinriet kan andere soorten verdringen, doordat ze grote gedeelten van de biotoop kan overgroeien. Het is een pionier op onder meer opengemaakte bodems en kapvlakten. Ze heeft immers voldoende licht nodig.

In duingraslanden wordt het wegvallen van begrazing door Konijnen Oryctolagus cuniculus zichtbaar doordat er een verruiging optreedt met Duinriet. Deze plant vormt een soort grasruigte, hetgeen ten koste gaat van de soortenrijkdom.
Nadien wordt de plant zelf verdrongen door andere planten zoals Braam Rubus fruticosus en Framboos Rubus idaeus.
De wortels houden de duinen vast, zodat ze helpt de winderosie tegen te gaan.

Als ondergroei in bijvoorbeeld aanplantingen van Zwarte Den Pinus nigra houdt de plant Konijnen weg. Bomen (zoals Beuk, Hulst en Taxus) slaan hierdoor op, want het Duinriet vrijwaart deze van konijnenvraat. Duinriet draagt hier dus bij tot een natuurlijke omvorming van naaldbos tot loofbos. Het Duinriet blijft hier wel laag en ijl.

Door de aanwezigheid van kiezelzuren is deze plant ongeschikt als veevoer.

Duinriet is één van de waardplanten van de vlinders Bont Zandoogje Pararge aegeria, Witstipgrasuil Mythimna albipuncta, Zwartsprietdikkopje Thymelicus lineola en Koevinkje Aphantopus hyperantus.

De Duinriettangwesp Anteon pubicorne is een parasitaire wesp die van half mei tot eind augustus vooral voorkomt op Duinriet en met Riet Phragmites australis begroeide zandvlakten. De gastheren van deze wesp zijn verschillende dwergcicaden.

De Moerastangwesp Anteon fulviventre bewoont vochtige terreinen zoals wilgenbossen en broekbossen. Deze soort -die tot een moeilijk te determineren nauwverwante groep wespen behoort - vliegt van begin mei tot eind oktober. Het is een parasitaire wesp die als gastheren dwergcicaden heeft. De dwergcicade Mocydia crocea, die vooral op Duinriet voorkomt, is een belangrijke gastheer.

In rietvegetaties op voedselrijke, vochtige bodems komt ook de Wilgentangwesp Anteon gaullei voor. De gastheren van deze parasitaire wesp zijn onder meer maskercicaden.  

De Langgesteelde Miertangwesp Gonatopus lunatus is een zeer zeldzame tangwesp die van eind mei tot eind augustus voorkomt in open, zandige terreinen, zoals duinen en zandopspuitingen, onder meer tussen Duinriet Calamagrostis epigejos.