Gekraagde Roodstaart

Phoenicurus phoenicurus






De Gekraagde Roodstaart  Phoenicurus phoenicurus meet 14 cm en komt bij ons voor van april tot september.

Beide geslachten hebben een oranjeachtige stuit en staart. Het mannetje heeft een oranjebruine borst en flanken, een zwarte bef en een wit voorhoofd. Het vrouwtje is grijsbruin en heeft een beige buik. Jonge dieren zijn bruin gevlekt. De Gekraagde Roodstaart heeft een voorkeur voor allerlei open en halfopen bossen, zowel loofbossen, gemengde bossen als naaldbossen, bosranden en kapvlakten. Hij broedt ook in bosrijke villawijken.

Het is een holenbroeder; hij maakt een nest zowel in natuurlijke holten als in nissen van muren en gebouwen en in nestkasten. De invliegopening moet wel groot genoeg zijn. Vaak worden mezen-nestkasten gebruikt waarvan de invliegopening werd vergroot door spechten.

Ook hoogstamboomgaarden en (groepen) naaldbomen in heidegebieden zijn voor deze vogel van belang voor de nestbouw. Het nest wordt gebouwd van gras, wortels, mos en schors en gevoerd met haar en veertjes. Het vrouwtje legt 5 tot 7 eieren, die in 2 weken worden uitgebroed. De jongen worden 12 tot 16 dagen door beide ouders gevoerd. Het is een insecteneter. Hij voedt zich met kevertjes, rupsen, vlinders, bladluizen, langpootmuggen, vliegen en spinnen. In de zomer eet hij ook wel bessen van bijvoorbeeld Gewone Vlier Sambucus nigra, Sporkehout Rhamnus frangula en Aalbes Ribes rubrum.

Deze vogel overwintert in Afrika, ten zuiden van de Sahara. De droogte daar kan de aantallen doen slinken. Het is bij ons een broedvogel; hij trekt door en weg in voor- en najaar. Van belang is de aanwezigheid van oude knotwilgenrijen in landbouwgebieden en open naald- of loofbossen bij voorkeur op zandgronden.

Hoogstamboomgaarden verdwijnen door schaalvergroting in de landbouw en de omschakeling van hoogstam naar laagstam.

Overgangszones van bos naar heide zijn ook gunstig voor deze vogel. Het laten staan of liggen van dood hout in de bossen zorgt voor nestgelegenheid.

In de tweede helft van de vorige eeuw heeft deze vogel meer broedgelegenheden gezocht in ouder wordende dennenbossen.

Oude bestanden van bijvoorbeeld Grove Den Pinus sylvestris zijn gevoelig voor veranderingen in bosbeheer. Een onaangepast kapbeheer in heidegebieden is eveneens ongunstig, want de Gekraagde Roodstaart maakt graag een nest in groepen dennen op de heide.