Gevlamde Vlinder 

Endromis versicolora






De Gevlamde Vlinder Endromis versicolora behoort tot de berkenspinners. Hij heeft een vleugelspanning tot 9 cm en vliegt van maart tot mei. Het lichaam van deze vlinder is behaard. Het mannetje heeft roodbruine voorvleugels. Het vrouwtje heeft lichtbruine voorvleugels met donkere banden en witte strepen. Aan de vleugelpunten zijn er drie vlekken zichtbaar.
Het mannetje heeft geveerde antennes. Het vrouwtje is veel groter dan het mannetje.

Deze soort komt voor in open (berken-)bossen en op heidevelden met opslag van Berk-soorten Betula species. De vrouwtjes lokken reeds in maart vanaf een lage zitplaats in de vegetatie mannetjes aan. De eieren worden ’s nachts op takjes gedeponeerd. De rups is groen met geelwitte strepen en onbehaard. Ze heeft witte dwarse strepen op de flanken. De rups buigt het voorste deel van het lichaam in een rechte hoek naar achteren in haar rusthouding. De waardplanten van de rupsen zijn vooral Ruwe Berk Betula pendula, maar ook Zwarte Els Alnus glutinosa, Hazelaar Corylus avellana, Zomerlinde Tilia platyphyllos en Haagbeuk Carpinus betulinus.

De volwassen vlinder neemt geen voedsel meer op. De mannetjes vliegen ook overdag, op zoek naar de vrouwtjes, die zich meestal in de boomkruinen ophouden.

Het verdwijnen van geschikte biotopen en ook de klimaatverandering hebben de aantallen doen dalen.
Het vrouwtje kan onvoldoende vliegen om nieuwe biotopen op te zoeken. Het mannetje lokaliseert de vrouwtjes door middel van de geur-antennes.