Gewone Franjegroefbij

Lasioglossum sexstrigatum






De Gewone Franjegroefbij Lasioglossum sexstrigatum vliegt van half maart tot eind september. De mannetjes vliegen vanaf juni.

Het is een overwegend zwart gekleurde bij. Het vrouwtje heeft witte haarbandjes langs de achterrand van de tergieten 2 tot 4 op het achterlijf. Het mannetje heeft korte antennes en geel op het gezicht. Het achterlijf heeft geen haarbandjes.
Deze vrij algemene bij meet 5 tot 7 mm.  

Het nest wordt ondergronds gebouwd. Deze bij wordt vaak in het stedelijke gebied aangetroffen waar de soort nestelt in zandige stukjes of tussen de straatstenen. De bij profiteert in de steden van zand dat opgebracht is voor de aanleg van tuinen en infrastructuur. De nesten liggen vaak in kolonies van ongeveer 35 stuks per vierkante meter. Waarschijnlijk kent deze bij een eusociale levenswijze.

De bij vliegt op verschillende bloemen van onder meer Wilg-soorten Salix species, Gewone Paardenbloem Taraxacum officinale , Klein Streepzaad Crepis capillaris, Braam Rubus fruticosus, Grote Kattenstaart Lythrum salicaria en Sporkehout Rhamnus frangula.

Het is waarschijnlijk een gastheerbij voor de koekoeksbijen Geeltipje Nomada sheppardana, Kleine Spitstandbloedbij Sphecodes longulus en Gewone Dwergbloedbij Sphecodes miniatus.