Gewone Rolklaver

Lotus corniculatus






De Gewone Rolklaver Lotus corniculatus groeit in duinen, langs bosranden, op dijken, op spoorwegterreinen en op droge graslanden.

Deze plant groeit onder meer in pioniersbiotopen met een ijle vegetatie met veel open bodem en verspreid jonge houtige opslag. De plant is op veel plaatsen algemeen en wordt ook gekweekt als veevoeder.

De standplaatsen mogen droog zijn, want deze plant beschikt over een penwortel die wel 1 meter diep gaat. Ze verdraagt zout en is ongevoeligheid voor zuurheid van de bodem. De omringende vegetatie mag wel niet te hoog worden.
Zelf bereikt de plant een hoogte tot 30 cm. Ze bloeit van mei tot de eerste vorst met gele of oranje aangelopen vlinderbloemen die in hoofdjes van 3 tot 5 bloemen staan. De bladeren zijn samengesteld in die zin dat een blad bestaat uit 5 vrijwel even grote blaadjes, waarvan er 2 zeer dicht bij de stengel staan.

De plant is een belangrijke nectar- en stuifmeelbron voor Honingbijen Apis mellifera, wilde bijen, hommels en vlinders.
Grotere vliesvleugeligen landen op de kiel van de bloemen en drukken deze omlaag, waarna het stuifmeel op het insect terechtkomt waarna ze met de stempel beklopt worden.

Deze plant wordt vaak bezocht door bijensoorten die gespecialiseerd zijn in het verzamelen van stuifmeel van vlinderbloemigen, zoals de Bremzandbij Andrena ovatula.

De plant trekt ook verschillende hommels aan zoals de Steenhommel Bombus lapidarius.

Het is één van de waardplanten van de vlinders Bruin Dikkopje Erynnis tages,  Groentje Callophrys rubi, Boswitje Leptidea sinapis, Bruine Daguil Euclidia glyphica, Gewone Heispanner Ematurga atomaria, Icarusblauwtje Polyommatus icarus en Sint-Jansvlinder Zygaena filipendulae.

Het maaien van graslanden waarin Gewone Rolklaver voorkomt gebeurt best pas vanaf september om de synchronisatie met bloembezoekende insecten, vooral wilde bijen, niet te verbreken.