Grasbij

De Grasbij Andrena flavipes is een algemene zandbij met een grootte van 9 tot 13 mm.
Het vrouwtje heeft een bruingeel behaarde kop. Het borststuk is bruinbehaard, met een bruingele beharing op de zijkant. Deze soort heeft brede, wittige haarbanden op de achterranden van tergieten 2 tot 4. De verzamelharen zijn helder oranje.

Het mannetje heeft een bruingeel met zwart behaarde kop. Het achterlijf is bruingeel gebandeerd. De achterlijfspunt is zwartbruin behaard.

Het is een polylectische soort die stuifmeel bij bloemen van verschillende plantenfamilies haalt. Deze bij kan worden gezien op Gewone Paardenbloem Taraxacum officinale, Wilg-soorten Salix species, Boerenwormkruid Tanacetum vulgare, Jacobskruiskruid Jacobaea vulgaris, Braam Rubus fruticosus en vlinderbloemigen als Klaver-soorten Trifolium species en Luzerne Medicago sativa. De bij vliegt ook op fruitbomen als Appel Malus domestica, Peer Pyrus pyrastri en Zoete Kers Prunus avium.

De bij vliegt in 2 generaties van eind maart tot eind mei en begin juli tot begin september.

Deze bij komt in verschillende biotopen voor, ook in bebouwde gebieden in tuinen en parken waar de bodem door betreding redelijk vast is. Deze bij nestelt groepsgewijs. De nestlocaties worden soms jarenlang gebruikt.

De Grasbij is de enige gastheerbij voor de Kortsprietwespbij Nomada fucata (koekoeksbij).
Ook de Gewone Wolzwever Bombylius major (vlieg) kan in de nesten optreden als parasiet.
De Groene Specht Picus viridis zoekt in de grond soms de larven op van deze bij.