Grasboktor

Iberodorcadion fuliginator







De Grasboktor Iberodorcadion fuliginator is een zeer zeldzame kever in Vlaanderen. Het is een vleugelloze soort die voorkomt op warme delen en open stukken van heideterreinen.

Deze soort kent een tweejarige ontwikkeling. De eieren worden overwegend in april in grasstengels afgezet. Het vrouwtje legt slechts enkele tientallen eieren.

De larven voeden zich in de grond met graswortels. Na een paar vervellingen overwinteren de larven om in het daaropvolgende voorjaar de vraatactiviteit te hervatten. In juni of juli bereiken de larven, na 13 à 14 maand, de maximale grootte; ze verpoppen dicht onder het aardoppervlak in een cocon van afgestorven planten- en worteldelen, vermengd met aarde. Deze tweede overwintering, als imago in de pop, duurt tot het daaropvolgende vroege voorjaar, wanneer de kever aan de oppervlakte verschijnt.

De volwassen kever leeft nog 3 tot 4 weken.

De kever is het meest actief tijdens warm en zonnig weer. Bij slecht weer graaft hij zich in of verstopt hij zich in graspollen.      

Intensieve begrazing (schapen) en te intensieve recreatie (mountainbikers) vormen in geschikte leefgebieden een bedreiging voor deze kever.