Groentje
Callophrys rubi
Het Groentje
Callophrys rubi
is een vlinder die voorkomt op droge en vochtige heiden, kapvlakten en bosranden en kalkgraslanden.
De vlinder komt graag voor op zandgronden, maar blijkt in de duinen niet voor te komen.
Deze vlinder, die tot de blauwtjes behoort, vliegt in één generatie per jaar van april tot juli. De bovenzijde van de vleugels is donkerbruin, de onderzijde lichtgroen met een rij witte vlekjes. Beide geslachten zien er vrijwel identiek uit. Het mannetje is meestal iets blauwig gekleurd en is voorzien van geurschubben. De vlinder meet tot 17 mm en heeft een vleugelspanning tot 28 mm.
Tussen groene bladeren is de vlinder moeilijk zichtbaar.
De eitjes worden afzonderlijk afgezet in de omgeving van de waardplanten.
De groene rupsen zijn voorzien van gelige vlekken.
De belangrijkste waardplanten van de rupsen zijn Gewone Dophei
Erica tetralix
, Blauwe Bosbes
Vaccinium myrtillus
, Brem
Cytisus scoparius
, Braam
Rubus fruticosus,
Wegedoorn
Rhamnus cathartica,
Geel Zonneroosje
Helianthemum nummularium,
Struikhei
Calluna vulgaris
en Gewone Rolklaver
Lotus corniculatus
.
De rupsen worden vaak geparasiteerd door sluipwespen en sluipvliegen. De verpopping gebeurt op de grond aan de basis van de waardplanten. De poppen worden door mieren bedekt met strooiseldeeltjes. Deze poppen scheiden een zoete stof af die mieren aantrekt. De overwintering gebeurt als pop. De mannetjes verdedigen een territorium en vallen daarbij verschillende vliegende insecten aan.
De voornaamste reden voor de achteruitgang van het Groentje is de omvorming van heide tot andere bestemmingen (zoals naaldhoutaanplantingen en landbouw), maar ook de vergrassing van de heide en een grootschalig heidebeheer vormen een bedreiging. Als beheersvorm kan op de heide best extensieve begrazing toegepast worden, maar waar dat niet mogelijk is, kunnen Dopheiveldjes best kleinschalig en gefaseerd, maar niet jaarlijks gemaaid worden.
Het laten staan van bomen en struiken op de heide is een bijkomende voorwaarde voor het Groentje omdat van daaruit territoria verdedigd worden. Indien nieuwe heidegebieden voor het Groentje gecreëerd worden, moet dit gebeuren op niet te grote afstand van een bestaande populatie, omdat de soort weinig mobiel is (verplaatsingen van maximum 400 meter).
MENU
HOME
OVER DEZE SITE
NUTTIGE LINKS
ZOEK
DOSSIERS
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
V
W
X
Y
Z