Kauw

Coloeus monedula






De Kauw Coloeus monedula is een kraaiachtige vogel met een lengte tot 33 cm. Hij is zwart gekleurd met een grijze nek en oorstreek. Hij heeft een zwarte rug en donkergrijze onderdelen. Hij heeft donkere banden onder de vleugels.
De roep klinkt als “tsjek” of “kjak”. Er bestaan verschillende roepvariaties. Soms brengt de Kauw in de buurt van de broedplaats een lichte fluisterzang ten gehore die scherp en wat miauwend klinkt.   Het is een bewoner van open landschappen met groepen oude bomen en dicht bij menselijke nederzettingen. Hij vertoont een voorliefde voor oude gebouwen.

Zijn voedsel bestaat uit insecten, wormen, slakken, kleine gewervelde dieren, bessen, zaden en aas.
Soms rooft hij eieren uit vogelnesten.

Hij nestelt gewoonlijk in kolonies van tientallen tot honderden broedparen. De aantallen hangen af van de geschiktheid van het leefgebied. De grootste kolonies komen voor in laaggelegen gebieden met een overvloed aan geschikte broedplaatsen, afgewisseld met cultuurlandschappen met veeteelt.

Hij bouwt het nest in kunstmatige en natuurlijke holtes en spleten, zoals in rotswanden, op kliffen, in schoorstenen, ventilatiekanalen en boomholtes.  Hij nestelt soms in holen van de Zwarte Specht Dryocopus martius.
In april-mei legt het vrouwtje 3 tot 7 eieren, die zij alleen in 17 à 18 dagen uitbroedt. Het mannetje helpt bij het voeden van de jongen. De jongen zijn na ongeveer 1 maand vliegvlug.

Kauwen uit Noord- en Oost-Europa overwinteren in West-Europa, onder meer bij ons of in het Middellandse Zeegebied. In Vlaanderen is de Kauw een talrijke broedvogel en standvogel.
De Kauw past zich gemakkelijk aan de menselijke omgeving aan.

In vroegere tijden werd deze vogel sterk vervolgd. Doordat hij de laatste decennia veel minder wordt vervolgd, zijn de aantallen aangegroeid. Hij wordt uit kerktorens geweerd, maar door zijn vindingrijkheid worden steeds weer nieuwe broedplaatsen uitgeprobeerd. Hij kiest als broedplaats vaak schoorstenen uit. Hij gooit bij de nestbouw takjes in de schoorsteen tot deze een stapel vormen die bijna reikt tot aan de opening. Zo kan de stapel soms metershoog zijn. Daarom worden veel schouwopeningen ook aan de buitenkant met gaas afgeschermd, wegens het brandgevaar.
Het bestrijden van Kauwen is inefficiënt. De opengevallen plaatsen (territoria) worden namelijk op zo’n korte termijn opgevuld door vogels van elders, die tot dan nog zonder territoria rondzwierven, dat het resultaat van de bestrijding nihil uitvalt.

De schouwen kunnen worden ontdaan van het nestmateriaal waarna de schouwopeningen ook aan de buitenkant met gaas (mazen van maximum 3 cm) afgeschermd, wegens het brandgevaar of het gevaar op koolmonoxidevergiftiging.
Het gaas moet wel stevig geplaatst worden, anders wrikken de inventieve vogels het los.

De schadegevallen veroorzaakt door Kauwen zijn beperkt. Nochtans doen Kauwen volgens de jagers “heel veel kwaad” in de natuur. Volgens jagers “pikken ze de eieren en jongen van kleine vogeltjes kapot”.

Het bestrijden van Kauwen is inefficiënt. De opengevallen plaatsen (territoria) worden namelijk op zo’n korte termijn opgevuld door vogels van elders, die tot dan nog zonder territoria rondzwierven, dat het resultaat van de bestrijding nihil uitvalt. Samen met de Zwarte Kraai Corvus corone rooft de Kauw ongeveer 75 procent van de nesten van de Houtduif Columba palumbus leeg.

Kauwen behoren tot de hoogst ontwikkelde zangvogels en beschikken over een complexe communicatietaal.

Een Kauw kan wel 80 jaar oud worden.