Kleine Eikelboorder
Curculio glandium
De Kleine Eikelboorder
Curculio glandium
is een snuitkever met een lengte van 4 tot 7,5 mm. Hij komt voor van mei tot augustus in eikenbossen. Hij heeft een zeer dunne snuit, die bij het mannetje iets korter en bij het vrouwtje iets langer dan het lichaam. Het hele lichaam is bedekt met een bruine, schubachtige beharing. Het vrouwtje boort met haar lange snuit in de zomer een gat in een nog onrijpe eikel. In het gat worden minstens 2 eitjes gedeponeerd.
Na ongeveer 2 weken komt de geelwitte pootloze larve, die voorzien is van een roodbruine kop, uit het ei en voedt zich verder met het binnenste weefsel van de eikel. In de herfst vallen de 9 tot 10 mm lange larven met de eikel op de grond en boren zich naar buiten en graven zich tot ongeveer 25 cm diep de grond in om te overwinteren. Na de winter verpopt de larve zich en in mei of juni komt de kever uit de pop.
MENU
HOME
OVER DEZE SITE
NUTTIGE LINKS
ZOEK
DOSSIERS
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
V
W
X
Y
Z