Knotwilg
Een knotwilg is een wilg, zoals bijvoorbeeld een Schietwilg Salix alba, die periodiek geheel wordt gesnoeid.
Indien de wilg niet wordt gesnoeid, groeit hij uit tot een 25 m hoge boom.
Is men eenmaal met knotten begonnen, dan moet er om de 3 à 5 jaar onderhoud gevoerd worden om de boom in optimale conditie te houden.
Indien het knotten achterwege blijft worden de takken te zwaar en scheurt de stam. Vaak worden de wilgen geknot door vrijwilligers.
De Knotwilg biedt beschutting voor mens en dier, verstevigt slootkanten en verfraait cultuurlandschappen. Hij biedt tevens een onderkomen voor tal van planten en dieren. Bij hoog water wordt slib in de knotten afgezet en dit vormt de voedingsbodem voor tal van planten gaande van korstmossen, mossen, kruidachtige planten tot kleine struikjes.
Holle knotwilgen bieden broedgelegenheid aan verschillende vogels. Ook kleine zoogdieren vinden in de holle wilgen een schuilplaats.
Achterstallig onderhoud was vroeger een bedreiging; tegenwoordig bedreigen vooral herbestemmingen van de gronden of het inbuizen van sloten het voortbestaan van deze karakteristieke boom. Ook andere boomsoorten zoals bijvoorbeeld populieren kunnen als knotboom worden beheerd.
MENU
HOME
OVER DEZE SITE
NUTTIGE LINKS
ZOEK
DOSSIERS
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
V
W
X
Y
Z