Muizenoor
Hieracium pilosella
Het Muizenoor
Hieracium pilosella
groeit op droge en schrale graslanden, in wegbermen, langs spoordijken, op heideterreinen en op zandgronden. We vinden de plant op een voedselarme, droge en zonbeschenen grond. Het is een achteruitgaande soort.
De plant bloeit van juni tot september met gele bloemen die in hoofdjes staan. De bladeren zijn lancetvormig en aan de onderkant witviltig behaard. Bij droogte krullen ze om teneinde verdamping tegen te gaan. De plant bezit een wortelstok.
De vruchten zijn dopvruchten. De zaden zijn zonder bevruchting toch kiemkrachtig.
Het gras op de groeiplaatsen moet laag blijven. Begrazing is dus gunstig voor deze plant.
Muizenoor is een belangrijke plant voor solitaire bijen.
Het is de waardplant van de Muizenoorvedermot
Oxyptilus pilosellae
.
Het is één van de waardplanten van de Veldparelmoervlinder
Melitaea cinxia.
De larven van het Donkerklauwzandgitje
Cheilosia psilophthalma
(zweefvlieg) leven in de stengels en de bladeren van deze plant. De larven van het Lichtklauwzandgitje
Cheilosia urbana
(zweefvlieg) leven in de wortels van de plant.
Ook de larven van het Slank Gitje
Cheilosia mutabilis
(zweefvlieg) werden reeds in deze plant gevonden.
MENU
HOME
OVER DEZE SITE
NUTTIGE LINKS
ZOEK
DOSSIERS
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
V
W
X
Y
Z