Pyjamaschildwants
Graphosoma italicum
De Pyjamaschildwants
Graphosoma italicum
, voor het eerst in Vlaanderen gezien in 1975, wordt steeds vaker gesignaleerd. De soort komt ook reeds in Nederland voor. Deze schildwants van ongeveer 10 mm groot is op de bovenkant rood-zwart gestreept. De poten zijn bijna helemaal zwart.
De onderzijde van het lichaam is zwart gestipt.
Net als de meeste wantsen heeft deze soort aan de onderkant van het lichaam 2 openingen die in contact staan met stinkklieren. Bij belaging geeft deze wants een bijtende, giftige en stinkende vloeistof af. De opvallende kleuren van deze wants houden bovendien een visuele waarschuwing in voor eventuele belagers.
Het is een warmteminnende soort, die vooral op schermbloemigen zoals Gewone Berenklauw
Heracleum sphondylium
, Fluitenkruid
Anthriscus sylvestris
, Zevenblad
Aegopodium podagraria
, Wilde Peen
Daucus carota
en Pastinaak
Pastinaca sativa
voorkomt, waar sappen uit de planten of de zaden worden gezogen.
De geelachtige eitjes worden in het voorjaar in pakketjes afgezet aan de onderzijde van de bladeren van de waardplant.
De eitjes komen na ongeveer een week uit. De larven zijn van juni tot september te zien. De nimfen zijn bruin gekleurd.
De jonge wantsen doorlopen 5 vervellingsstadia. Jonge exemplaren zijn nog niet gestreept.
In juli zijn de eerste volwassen dieren te zien. De overwintering gebeurt als volwassen dier en duurt van oktober tot in mei. De soort heeft een voorkeur voor droge, zanderige plaatsen, zoals droge wegbermen, spoorwegbermen, tuinen en mijnterrils.
We vinden de Pyjamawants vooral op plaatsen met een warm microklimaat.
MENU
HOME
OVER DEZE SITE
NUTTIGE LINKS
ZOEK
DOSSIERS
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
V
W
X
Y
Z