Rode Baardmier

Formica rufibarbis





De Rode Baardmier Formica rufibarbis, ook Rode Renmier genoemd, is een mier die te vinden is op zandbodems en schrale, kortgrazige vegetaties met hoge bodemtemperaturen. De soort is niet gebonden aan zandbodems; ze komt ook voor op (zand)leem-, grind- en krijtbodems.

De Rode Baardmier dankt haar Nederlandse naam aan haar soms sterk behaarde wangen en meestal roodoranje kleur waardoor de werksters er soms als bosmieren uitzien. De kop van de werksters is hoofdzakelijk rood met een zwarte tekening op voorhoofd en kruin. Het achterlijf is zwartbruin en het borststuk roodbruin, soms met wat zwart.

Deze mier wordt vooral gevonden in grote heidegebieden. Het is een agressieve mier die temporeel parasitaire soorten mijdt. De kleur van deze soort kan nogal variabel zijn, zelfs binnen één nest.

De soort bewoont uitsluitend aardnesten (geen koepelnesten) die onder stenen, strooisel, dood hout of gewoon tussen graspollen te vinden zijn. In heidegebieden construeert zij meestal zandnesten met kleine heuveltjes.  De bruidsvluchten vinden plaats van juni tot augustus.

Het voedsel voor de larven bestaat uit kleine insecten. De werksters voeden zichzelf met nectar, met bladluizen of met de honingdauw die de bladluizen uitscheiden.