Slanke Groefbij
Lasioglossum fulvicorne
De Slanke Groefbij
Lasioglossum fulvicorne
is een vrij algemene bij die in 1 generatie vliegt van half maart tot en met oktober (mannetjes vliegen vanaf juni).
De vrouwtjes kunnen reeds vanaf half maart op Wilg-soorten
Salix species
worden gezien.
Deze groefbij meet 6 tot 8 mm en bezoekt verschillende soorten planten, onder meer Sporkehout
Rhamnus frangula
, Boswilg
Salix caprea
, Gewone Paardenbloem
Taraxacum officinale
, Zevenblad
Aegopodium podagraria,
Boerenwormkruid
Tanacetum vulgare
, Braam
Rubus fruticosus
, Koninginnekruid
Eupatorium cannabinum
, Madeliefje
Bellis perennis
, Sleedoorn
Prunus spinosa
, Struikhei
Calluna vulgaris
en Winterbloeiende Heide
Erica carnea.
Het vrouwtje heeft een geelgrijze beharing op het fijn gepuncteerde borststuk. Het achterlijf heeft kleine, duidelijke viltvlekken in de voorhoeken van tergieten 2 en 3.
Het mannetje heeft zeer lange antennes. Het gezicht bevat geel. Het achterlijf heeft duidelijke viltvlekken.
Deze bij is wat men noemt een eusociale bij. In een nest van 4 overwinterde vrouwtjes werd bij een onderzoek in 2008 vastgesteld dat er één vrouwtje dominant is en de eitjes legt, terwijl de andere 3 vrouwtjes als helpsters fungeerden. Uit de eerste legsels kwamen werksters en enkele mannetjes. Later kwamen er vruchtbare bijen uit de eitjes.
Het nest wordt ondergronds gebouwd. Volwassen vrouwtjes overwinteren.
Deze bij komt in verschillende biotopen voor en plaatselijk zelfs in grote getale, vooral op droge heideterreinen en langs bosranden.
Het is een gastheerbij voor de koekoeksbijen Roestbruine Bloedbij
Sphecodes ferruginatus
en Lichte Bloedbij
Sphecodes hyalinatus
en waarschijnlijk ook voor de Glanzende Dwergbloedbij
Sphecodes geoffrellus
, de Grote Spitstandbloedbij
Sphecodes puncticeps
en de Gewone Dwergbloedbij
Sphecodes miniatus
.
MENU
HOME
OVER DEZE SITE
NUTTIGE LINKS
ZOEK
DOSSIERS
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
V
W
X
Y
Z