Veenpluis
Eriophorum angustifolium
Het Veenpluis
Eriophorum angustifolium
groeit langs beken, op moerassige weiden, in vochtige heiden en venen, op zure graslanden en in natte duinvalleien, steeds in een voedselarme, zure omgeving.
Deze soort wordt bedreigd door verdroging als gevolg van ontwatering.
In de zomer mag ze namelijk niet te droog staan; in de winter ook niet te diep. Deze plant bloeit in april en mei met bruine of groene grasbloemen die in 3 aren staan, waarvan er meestal 2 neerhangen en 1 rechtop staat. Na de bloei zijn de typische witte pluizenbollen zichtbaar. Dit pluis ontstaat uit de borstels die de bloemen omgeven. Het zaad wordt door de wind verspreid.
De bladeren zijn lintvormig. De soort bezit een wortelstok.
Het is één van de waardplanten van het uit Vlaanderen verdwenen (toestand 2011) en in Nederland zeer zeldzame Veenhooibeestje
Coenonympha tullia
(vlinder).
MENU
HOME
OVER DEZE SITE
NUTTIGE LINKS
ZOEK
DOSSIERS
A
B
C
D
E
F
G
H
I
J
K
L
M
N
O
P
Q
R
S
T
U
V
W
X
Y
Z