Veldleeuwerik

Alauda arvensis




De Veldleeuwerik Alauda arvensis  meet 18 cm en is bruinachtig met donkerbruine strepen. De buikzijde is witachtig; alleen de borst is gestreept. Hij zingt in de vlucht. Hij voelt zich thuis in het open landschap. Zijn nest verstopt hij in een polletje gras en het wordt met fijn gras of haar bekleed. Het vrouwtje legt er 3 tot 5 vaalwitte of zeer lichtgroene eieren met bruine spikkels in. De jongen kunnen pas na 3 weken uitvliegen.

Deze vogel voedt zich in de zomer met insecten; in de winter vooral met zaden. Hij is het hele jaar door te zien.

Deze vogel is uiterst gevoelig voor de invloed van de landbouw. In de intensief gemaaide weilanden lukt het nog nauwelijks om jongen groot te brengen. Daarnaast lijdt de vogel onder het gebruik van herbiciden en insecticiden. Door de verruiging van de heide en de duinen daalt het aantal broedparen daar ook sterk. In vroegere tijden broedde deze vogel vooral in duingebieden. Toen deze gebieden steeds meer werden ontgonnen, verlegden de vogels hun broedgebied ook naar landbouwgronden. Nu lijken ze weer genoodzaakt om in hun vroegere gebieden te broeden.

In de winter gaat de Veldleeuwerik op stoppelvelden en geploegde akkers op zoek naar graankorrels.

In veel akkerbouwgebieden is het zomergraan vervangen door wintergraan, dat al in het najaar wordt gezaaid. Daardoor hebben de vogels in het voorjaar minder graan als voedsel beschikbaar. Aan maïs hebben deze vogels weinig. Een gunstige maatregel voor deze vogel is het laten staan van graanranden.  

De leefgebieden van de Veldleeuwerik zijn de laatste decennia minder geschikt geworden. Duinen zijn verruigd door het wegvallen van begrazing door Konijnen en de inlaat van voedselrijk water. Anderzijds is een te intensieve begrazing ongunstig voor de broedsels. Ook landbouwgebieden zijn zowel voor wat betreft de prooidierfauna als de vegetatie verarmd door overbemesting en het kwistig gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen. In deze gebieden worden de omstandigheden nog ongunstiger wanneer er te veel gemaaid wordt op graslanden.

Normaal gezien zou deze vogel 2 of 3 legsels per jaar moeten kunnen voortbrengen. Door het te klein aanbod aan prooidieren voor de jongen komt hij hier niet meer toe.

De Veldleeuwerik overwintert in Zuid-Europa. Ook de vangst en de jacht in Frankrijk spelen deze vogel parten.