Veldspitsmuis

Crocidura leucodon




De Veldspitsmuis Crocidura leucodon is een zeldzame soort.

Het dier heeft een lichaamslengte van 8 cm; de staart meet 3,5 cm. De donkere rug zet zich scherp af tegen de lichte buikzijde.

De soort leeft in kleinschalige, agrarische landschappen, overgangsgebieden, lintvormige landschapselementen en boomgaarden. Het leefgebied heeft meestal een open karakter.

Zijn voedsel bestaat uit kevers, miljoenpoten, slakken, larven (vooral van langpootmuggen) en wormen.

Deze muis heeft een holletje in het struikgewas.

De voortplantingsperiode loopt van maart-april tot september-oktober. Per worp worden 4 tot 9 jongen geboren en het vrouwtje kan tot 4 worpen per jaar voortbrengen. De jongen blijven nog een maand bij de moeder. Ze vormen somsmet de moeder een levende keten doordat de jongen zich vastbijten in het vel van de moeder of van elkaar.   

Deze soort lijkt achteruit te gaan. Ze komt verspreid in Vlaanderen voor, maar zeker niet algemeen.

De grootste bedreiging voor deze dieren is het veelvuldig gebruik van insecticiden. Met de grote aantallen insecten die ze opeten, leidt dit vaak tot vergiftiging. Versnippering en de aantasting van de leefgebieden zijn twee andere bedreigingen.

De Veldspitsmuis komt in de regel niet voor op plaatsen waar de Huisspitsmuis Crocidura russula reeds voorkomt. We vinden ze wel in de menselijke omgeving waar de Huisspitsmuis ontbreekt.  

Belangrijke predatoren voor de Veldspitsmuis zijn de Kerkuil Tyto alba, de huiskat en marterachtigen.