Vogelkers

Prunus padus




De Vogelkers Prunus padus is een struik of boom met een laag aangezette, overhangende kroon en hangende, geurende bloemtrossen aan het eind van de twijgen.

Deze soort groeit vooral in vochtige bossen en broekbossen langs oevers, op een voedselrijke, bij voorkeur lemige grond.

De Vogelkers wordt tot 15 m hoog en bloeit in april-mei met witte bloemtrossen.

In het wild is deze plant een betrouwbare indicatorsoort voor terreinen met een hoge grondwaterstand. Ze wordt ook aangeplant op drogere standplaatsen ten behoeve van bijen (honing) en vogels (vruchten).

De vruchten zijn zwarte steenvruchten van 5 tot 8 mm groot die in juli en augustus in trossen hangen. De pitten en de plant zelf bevatten veel blauwzuurglycoside. Het vruchtvlees heeft een bittere smaak.

De bladsteel draagt 2 honingklieren die door mieren wordt bezocht.

De bloemen worden bezocht door verschillende bijen (zoals Aardhommel, Asbij, Meidoornzandbij, Roodgatje, Vosje, Kleine Tuinmaskerbij, wespbijen, bloedbijen en Honingbij). De bloemen trekken ook veel vlinders aan.

Het is één van de waardplanten van de Porseleinvlinder Abraxas sylvata.

Het is de waardplant van de Vogelkersstippelmot Yponomeuta evonymella. Deze vlinder is te vinden in open landschappen, bosranden, parken en boomgaarden. De eitjes worden gelegd op de takken van de waardplant, de Vogelkers. De rupsen leven in grote spinsels rond de stam en de takken van de waardplant en kunnen deze helemaal kaalvreten, waarna ze overstappen naar een volgende Vogelkers-struik. De rupsen overwinteren op de plant. De verpopping gebeurt begin juni in cocons die in het spinsel hangen. De kleine vlindertjes zetten eitjes af op de waardplanten in de nabije omgeving. Wanneer de struik opnieuw uitloopt, komen de eerste rupsen uit de eitjes. De natuurlijke vijanden van de rupsen zijn sluipwespen die hun eitjes in de rupsen leggen. De larven van de sluipwesp vreten dan de rupsen op. Een plaag van stippelmotten is slechts van korte duur en de plant herstelt zich snel.

De Vogelkersheksenbezem Taphrina padi is een zakjeszwam die alleen op de Vogelkers voorkomt. De zwam tast de bloemen aan. Door de infectie verdikken de bloembodem, de meeldraden en het vruchtbeginsel zich tot een gal. De zwam vereist een natte periode (veel regen) om de Vogelkers te infecteren.