Zeelt

Tinca tinca





De Zeelt Tinca tinca behoort tot de karperachtigen. Het gedrongen lichaam van deze vis is bronskleurig tot olijfgroen op de rug en lichtgeel tot witachtig op de buik. De kleine schubben geven de vis een gouden glans.


De schubben zijn zeer klein en bedekt met een laag slijm. Hij heeft een eindstandige mond met in elke hoek één baarddraad. Deze tastdraden worden gebruikt om voedsel te zoeken. De ogen zijn klein. De vinnen zijn bolrond. De staartvin is weinig ingesneden.


De buikvinnen van het mannetje zijn langer en forser dan die van het vrouwtje.


Een Zeelt wordt maximaal 70 cm lang en kan tot 8 kg zwaar worden. De maximumleeftijd bedraagt 10 jaar. De soort komt voor in traagstromende of stilstaande heldere wateren met een rijke vegetatie van waterplanten en een modderige bodem.


Dit is ook de favoriete leefomgeving van de Snoek Esox lucius. Beide soorten komen dan ook vaak samen voor.


Waterplanten zorgen voor beschutting tegen de lichtinval en vormen ook een belangrijke voedselbron. Hij wordt pas in de schemering actief. Zijn voedsel bestaat uit kleine waterdiertjes en zachte plantendelen.


De aanwezigheid van verschillende waterplanten (zoals Fonteinkruid, Waterranonkel, Waterpest, Krabbenscheer en Vederkruid) kan een goede aanwijzing zijn dat er Zeelt voorkomt. Ook de voortplanting gebeurt tussen waterplanten.

De optimale watertemperatuur voor deze vis bedraagt 22 °C. Bij watertemperaturen onder 4 °C en boven 24 °C gaat hij over naar een soort slaaptoestand. Ook bij lage zuurstofgehalten wijzigt zijn metabolisme zodat de zuurstofbehoefte laag wordt. De mannetjes zijn na 2 jaar geslachtsrijp, de vrouwtjes na drie jaar.


De paaitijd valt van mei tot juli bij een watertemperatuur boven 18 °C. De paai zelf gebeurt in verschillende stappen. De eitjes worden in pakketjes op waterplanten gedeponeerd. Eitjes die op de bodem terechtkomen sterven af. Er worden door het vrouwtje miljoenen eitjes gelegd.


Na 5 tot 6 dagen komen de larven uit, leven een tiental dagen van de broedzak en schakelen dan over op plankton. De
Zeelt is een algemene vissoort. Het verdwijnen van geschikte, heldere, plantenrijke biotopen is de grootste bedreiging voor deze soort. Dit verdwijnen gebeurt door vermesting, slib- en oeverruimingen en het verwijderen van oeverbegroeiing door oeververstevigingen.