NATUURLEXICON


Algenbloei


Vooral tijdens de zomer kunnen algen plots enorm aangroeien, vooral in stilstaand of erg langzaam stromend water. Die grote massa algen houdt licht tegen en onttrekt zoveel zuurstof aan het water dat andere levende organismen in het water sterven.

Algenbloei wordt veroorzaakt door een te hoog fosfaat- en nitraatgehalte in het water, als gevolg van vervuiling door landbouw en afvalwater. Vooral ondiepe vijvers waarin weinig waterplanten groeien en waarin het visbestand voornamelijk uit bodemwoelende soorten zoals Karper en Brasem bestaat, zijn kwetsbaar.

In die omstandigheden komt weinig dierlijk plankton voor, dat zich voedt met algen, waardoor deze laatste zich ongehinderd kunnen vermenigvuldigen.

Wanneer de algenbloei zijn hoogtepunt bereikt, verschijnen de cyanobacteriën massaal op het toneel. Deze groep bacteriën produceren  gifstoffen die zelfs watervogels, vee en mensen kunnen vergiftigen. Verder zorgen ze voor stinkende, slijmerige klompen dode en rottende cellen in het water.
Cyanobacteriën zijn net als algen in staat aan fotosynthese te doen en worden ook wel enigszins foutief 'blauwwieren' genoemd. In ons land komen mensen vooral in contact met besmet water tijdens het zwemmen en andere watersporten. De klachten blijven doorgaans beperkt tot huidirritaties, hoofdpijn en maag- en darmklachten, maar de besmetting kan ook tot de dood leiden.

Parasitaire schimmels in het water infecteren in belangrijke mate schadelijke algen. De schadelijke algen worden door waterdiertjes niet gegeten doordat ze te groot of te giftig zijn. Blauwalgen zijn bijvoorbeeld moeilijk te eten door dierljk plankton. De schimmels daarentegen vallen de schadelijke algen wel aan en vallen uiteindelijk zelf ten prooi aan kleine waterdiertjes zoals raderdiertjes en watervlooien. Deze waterdiertjes worden dan weer gegeten door vissen. De parasitaire schimmels nemen bovendien toe bij een aanrijking met stikstof of een stijging van de temperatuur in het water. Ze maken dan meer sporen en zwemmen door middel van hun zweepstaartjes naar nieuwe algen toe. Dit versnelt het ontstaan van nieuwe infecties. Aangetaste algen en de parasitaire schimmels zelf worden door kleine waterdiertjes wel gegeten, zodat deze uiteindelijk over meer voedsel beschikken. Parasitaire schimmels kunnen met andere woorden bloeivormende probleemalgen onderdrukken en vormen zelf extra voedsel voor het dierlijk plankton.    


Home