NATUURLEXICON


Bastaardsatijnvlinder

Euproctis chrysorrhoea


De Bastaardsatijnvlinder Euproctis chrysorrhoea is een vlinder die behoort tot de donsvlinders. Hij meet 17 tot 22 mm. Hij heeft een vleugelspanning tot 38 mm.

Meestal zijn de vleugels bij het mannetje en het vrouwtje wit. Soms zijn de voorvleugels voorzien van kleine zwarte streepjes. Het achterlijf is bruin. Het vrouwtje is groter dan het mannetje en heeft een zeer dik achterlijf.

De vlinder vliegt van juni tot september. Deze vlinder komt voor in bosranden, lanen en vooral vroeger ook vaak in fruitboomgaarden. Het is geen algemene soort.

De eitjes worden op takken en bladeren gelegd en door het vrouwtje afgedekt met goudglanzende brandhaartjes. De gestreepte rupsen leven in een gezamenlijk spinsel  en hebben brandharen, die bij gevoelige personen allergische reacties kan veroorzaken. De rupsen overwinteren in de spinsels. Ter bescherming tegen vijanden spinnen ze hun brandharen ook in de nesten in.

De waardplanten van de rupsen zijn Haagbeuk Carpinus betulae, Eenstijlige Meidoorn Crataegus monogyna, Sleedoorn Prunus spinosa en Zomereik Quercus robur. Ook fruitbomen zoals Appel Malus domestica en Peer Pyrus communis kunnen waardbomen zijn, maar de rupsen worden in boomgaarden zwaar bestreden.

De rups verpopt in een kleine cocon tussen de bladeren van de waardplanten.

Donsvlinders hebben allemaal opvallende, bonte en sterk behaarde rupsen.  

Home