NATUURLEXICON


Bontbekplevier

Charadrius hiaticula


De Bontbekplevier Charadrius hiaticula heeft een zwarte borstband, een witte vleugelstreep, een zwart gepunte snavel en oranje poten. De jongen hebben een gevlekt donskleed, dat hen goed camoufleert op zand- en kiezel.

Hij meet tot 19 cm en komt voor langs schaars begroeide plekken (stranden, duinranden, strandweiden, oevers van meren, plassen, rivieren, vlakke zand- of kiezelkusten), akkers en weilanden en opgespoten terreinen.

Zijn voedsel bestaat uit wormen, weekdieren, kreeftachtigen en insecten.

Het nest is een ondiep, meestal onbekleed kuiltje. In mei-juni legt het vrouwtje 4 eieren. Er kunnen per seizoen 2 of 3 legsels zijn. De jongen worden gedurende 23 tot 26 dagen bebroed. Het mannetje en het vrouwtje wisselen af bij het broeden. Het mannetje verdedigt de jongen. Deze jongen zijn zelfstandig na 3,5 weken.

De Bontbekplevier overwintert in het Middellandse Zeegebied, Afrika en Zuid-West-Azië.

Het is bij ons een schaarse broedvogel die doortrekt en in kleine aantallen ook overwintert of overzomert.

De traditionele broedplaatsen, namelijk stranden langs de kust, zijn ongeschikt geworden door verstoring. Nieuwe, natuurlijke of kunstmatige broedhabitats, zoals havengebieden of opgespoten zandvlakten, zullen grotendeels verdwijnen door herinrichting of vegetatiesuccessie.

Deze soort is het meest kwetsbaar tijdens de voortplantings- en broedperiode. Hij is dan gevoelig voor verstoring en vernietiging van het nest door werkzaamheden als zandopspuitingen.

Voor het behoud van een duurzame populatie is het herstel of de aanleg van schaars begroeide pioniersbiotopen die onder invloed staan van de dynamiek van wind en water essentieel. Ook rust moet verzekerd zijn.  

Home