NATUURLEXICON


 Braamsluiper

Sylvia curruca   



De Braamsluiper Sylvia curruca meet tot 13 cm en komt voor van april tot oktober. De bovendelen zijn grijsbruin. De vogel heeft opvallende donkere, maskerachtige wangen. De zang is een weinig melodieus “tjet-tjet-tjet”.

Zijn voedsel bestaat uit insecten en bessen. De Braamsluiper komt voor in open landschappen met groepen struiken, bosranden, parken en tuinen.

Van mei tot juli legt het vrouwtje 5 eieren. Beide ouders broeden en voederen de nestjongen.

De vogel overwintert in tropisch Afrika.

De aanplant van dichte doornstruiken in nieuwbouwwijken en de aanleg van groenstroken langs wegen, blijken gunstig te zijn voor deze soort (toegenomen broedhabitats).

Home