NATUURLEXICON


Brachycercus harrisella   



De eendagsvlieg Brachycercus harrisella behoort tot de Caenidae, een familie van haften.

Dit dier wordt vaak als larve aangetroffen in zandige modder of slib van zowel plassen als laaglandbeken, -rivieren en -kanalen.

De volgroeide larven zijn 4 tot 11 mm lang (zonder staartdraden) en herkenbaar aan de rechthoekige platen op hun achterlijf. Het eerste paar kieuwen van de larven is draadvormig, maar het tweede paar omgevormd tot rechthoekige platen, die de aarop volgende kieuwenparen (3-7) bedekken.

De kop van de larven draagt 3 verdikkingen (tuberkels) waarop de ocellen zitten. De larven bezitten speciale aanpassingen om te leven in vast, fijn slijk. De onderzijde is gewelfd en de borstternieten dragen uitgroeiingen, waarmee de larven een sleuf in de modder woelen. Hierin houden ze zich op.

Deze soort kent één generatie per jaar en wordt beschouwd als een zomersoort:  de in de herfst afgezette eieren blijven in diapauze tot de volgende lente of zomer, waarna de larven zich snel ontwikkelen tijdens de zomermaanden.

Home