NATUURLEXICON


Camouflage



Camouflage of verhulling is in de natuur het zodanig toepassen van kleur, tekening, vorm en geur dat een bepaalde soort door een andere soort niet meer wordt gezien of niet meer duidelijk als een andere soort wordt herkend.  

Camouflage bij dieren kan verschillende vormen aannemen. De bekendste vorm is de schutkleur. Hierbij wordt de kleur aangenomen van de achtergrond zodat de soort “onzichtbaar” wordt. Sommige dieren kunnen zich dankzij een camouflerende schutkleur verstoppen voor belagers, andere gebruiken de camouflage om zelf beter te kunnen jagen op prooien. Dieren moeten het gepaste gedrag vertonen bij hun camouflage, zoals zich zeer stil houden.

Camouflage kan er ook voor zorgen dat de vorm van een soort vervaagt.  

Bij een andere vorm van camouflage die men bij sommige dieren tegenkomt, wordt de ruimtelijke waarneming verstoord. Dit wordt bereikt door omgekeerde schaduwwerking, zoals vogels met een donkere rug en een blekere buik.

Nabootsing als vorm van camouflage wordt ook wel mimicry genoemd, waarbij de soort lijkt op een ander object of dier. Voorbeelden zijn zweefvliegen die er met de gele strepen uitzien als wespen.

Ook geuren kunnen worden nagebootst. De larven bijvoorbeeld van Kniksprieten (genus Microdon) leven in mierennesten, waar ze zich voeden met mierenlarven, eitjes en poppen. Ook volwassen blijven de vliegen nog altijd dicht bij het mierennest. Elk mierennest heeft haar eigen geur. Dit is sterk genetisch bepaald. De larven die in het nest zijn geboren gebruiken deze geur om zich te “camoufleren”.  Eenmaal volwassen behouden de vrouwtjes de typische geur en worden door de mieren niet herkend wanneer ze hun eitjes in de nesten leggen. De larven groeien probleemloos op in de mierennesten.   

Home