NATUURLEXICON

Coloradokever

Leptinotarsa decemlineata

De Coloradokever Leptinotarsa decemlineata is een opvallend kevertje dat tot 35 mm groot wordt en van april tot in oktober kan te zien zijn op aardappelakkers, althans op onbespoten aardappelveldjes. Hij behoort tot de goudhanen. De kever is geel tot oranjegeel en heeft zwarte lengtestrepen op de dekschilden. De kop en het halsschild zijn zwart gevlekt.

Deze kever komt oorspronkelijk uit de Verenigde Staten waar hij als voedselplanten de aldaar groeiende soorten van de nachtschadefamilie heeft.

Bij ons komt deze soort sinds 1935 voor. Aangezien hij zich graag met de bladeren van Aardappel Solanum tuberosum voedt, werd hij steeds en nog altijd bestreden met chemische bestrijdingsmiddelen. De natuurlijke vijanden zijn loopkevers. Hij kan 1 tot 2 generaties per jaar voortbrengen. Het vrouwtje legt 500 tot 2500 geelachtige eitjes in groepjes op de aardappelbladeren of op andere Nachtschade-soorten Solanum species. Zowel kever als larve voeden zich met de bladeren van de planten.

De kever is actief van april tot oktober en kan bij ons 2 generaties per jaar voortbrengen.

Het vrouwtje is zeer vruchtbaar. Aan de onderkant van de bladeren worden pakketjes van 5 tot 160 oranjerode eitjes.

De larven verschijnen na een 10-tal dagen en zijn eerst rood en later oranje. Ze zijn in staat om hele aardappelvelden kaal te vreten. Ze groeien zeer snel, kruipen in de grond om te verpoppen en na 2 à 3 weken komen de kevers uit. Deze blijven nog een week in de grond.   

Een plant die wordt aangevreten zendt geurstoffen uit die de vijanden van de kevers, onder meer sluipwespen, aantrekken. Verbindingen in het speeksel van de kever zetten de plant aan tot de productie van deze geurstoffen.