NATUURLEXICON


Eekhoorn

Sciurus vulgaris   



De Eekhoorn Sciurus vulgaris, ook Euraziatische Rode Eekhoorn genoemd, heeft een lichaamslengte tot 25 cm; de staart wordt tot 20 cm lang. Dit zoogdier verblijft meestal in boomtoppen. Hij jaagt ook daar vrouwtjes achterna. In de winter heeft hij langere oorpluimen dan in de zomer. De pels is roodbruin.

De voortplantingsperiode valt in december-januari en in mei-juni.

Na 36 tot 42 dagen draagtijd worden 2 tot 5 jongen geboren. Deze  jongen zijn na 10 weken zelfstandig. Wanneer ze  3 maanden oud zijn, worden ze door de moeder verjaagd.  

Eekhoorns grijpen met de lange, gekromde klauwen in de bast van bomen bij het afdalen. De pluimstaart dient als evenwichtsorgaan. Met de sterke achterpoten kunnen zeer grote sprongen worden gemaakt. Losse huid op de flanken zorgt ervoor dat bij een sprong de val wordt vertraagd, wanneer ze de ledematen spreiden.   

In het voortplantingsseizoen leggen Eekhoorns grote afstanden af.

Het voedsel bestaat uit zaden, noten, de schors van jonge takken, knoppen, soms insecten, vogeleieren en jongen, bosvruchten en zwammen. De Eekhoorn verkiest beukennootjes en kastanjes boven eikels. Het looizuur in de eikels is voor het dier moeilijk te verteren.

De meeste verkeersslachtoffers onder de Eekhoorns vallen in het begin van de herfst, wanneer hazelnoten, beukenootjes, eikels, esdoornzaden en tamme kastanjes rijp zijn. Ze leven in bomen en als ze de weg over moeten, kan dat vaak alleen over de grond en dat overleven ze veelal niet. Zijn voedsel bestaat vooral uit zaden van de Grove Den Pinus sylvestris. Hij leeft dan ook alleen in wat oudere bossen.

Hij maakt een drietal nesten, die hij afwisselend gebruikt, meestal in een vork van takken dicht bij de stam. Het is een bolvormig kluwen van takjes en  twijgen, bekleed met gras, bladeren en mos.

Hij brengt de winter in een bekleed hol of dicht boomnest door, maar houdt geen echte winterslaap. De binnentemperatuur van het nest kan tot 20 °C hoger liggen dan de buitentemperatuur.

De hartslag verlaagt, de lichaamstemperatuur daalt en de stofwisseling vermindert om energie en wintervoorraden te sparen. De Eekhoorn legt een wintervoorraad aan van vooral eikels, noten en dennenkegels, die hij in de grond of in boomholtes verstopt. Voedsel dat ze niet kunnen bewaren wordt onmiddellijk opgegeten en omgezet in een vetreserve, die bij zeer bar weer kan worden aangesproken. Ook in de vroege lente, als er nog niet veel voedsel voorhanden is, maken ze gebruik van de wintervoorraad.    

Bebossing tussen bosfragmenten maakt verplaatsingen van Eekhoorns mogelijk en zorgt voor meer genetische uitwisseling. De dieren mijden het doorkruisen van open landschap.

Ze verkiezen uitgestrekte naaldbossen die een stabiel voedselaanbod geven. De Eekhoornstand is sterk afhankelijk van het voedselaanbod. Na een jaar met veel dennenkegels volgt gewoonlijk een goed Eekhoornjaar.

Kleine en geïsoleerde bossen zijn minder geschikt, alhoewel dit zoogdier meer en meer wordt opgemerkt in parken en soortenrijke, gemengde bossen.

De introductie van andere soorten zoals de Amerikaanse Grijze Eekhoorn Sciurus carolinensis kan nadelig uitvallen. Deze heeft namelijk de kwalijke reputatie de voorraadkamers van de inheemse Eekhoorns leeg te plunderen, waardoor de conditie van de inheemse Eekhoorns in de winter sterk kan teruglopen.

Feit is dat de Eekhoorn volgens wetenschappelijke rapporten in Europa wordt weggeconcurreerd in landen waar de Amerikaanse Grijze Eekhoorn is geïntroduceerd.

Natuurlijke vijanden zijn vooral de marterachtigen (vooral de Boommarter, maar ook de Hermelijn, de Steenmarter en de Bunzing), de Vos Vulpes vulpes, de Havik Accipiter gentilis en de Zwarte Kraai Corvus corone.

Vooral vroeger werden Eekhoorns gedood om te worden opgezet of omwille van hun schade die ze aanrichtten in bosaanplantingen door het afbijten van knoppen en jonge scheuten.

De Eekhoorn doet het de laatste jaren duidelijk beter. Deze vooruitgang is te wijten aan het voorhanden zijn van meer oude dennenbomen en dennenbossen, aan de volledige bescherming en het verbod voor jagers om door de nesten van Eksters Pica pica en Zwarte Kraaien Corvus corone te schieten. De kans op verwarring met Eekhoornnesten is namelijk groot.

De indruk bestaat dat het aantal nesten en daarmee het aantal Eekhoorns rond menselijke bebouwing groter is dan verder in het bos. Waarschijnlijk heeft dit te maken met het grotere en gevarieerde voedselaanbod in grote tuinen, waar steeds meer voedsel gericht voor deze Eekhoorns, die op veel sympathie mogen rekenen, wordt aangeboden. In tuinen kunnen honden en katten wel een bedreiging zijn.

Als bescherming tegen het wegverkeer kunnen eekhoornbruggen worden aangeboden.   

Het kappen van bomen met holtes en scheuren kan schadelijk zijn, net als het weghalen van zoomvegetatie.

De soort is ook gevoelig voor de vernietiging van nesten tijdens de periode van begin november tot september en het kappen van bomen in februari en maart. In die periode zijn er namelijk al jongen geboren.

Home