NATUURLEXICON


Faraomier

Monomorium pharaonis   



De Faraomier Monomorium pharaonis, ook Gele Faraomier genoemd, is een exoot.

Het is een van oorsprong tropische/subtropische mier die bijna overal ter wereld te vinden is in gebouwen, serres en broedkasten. In Europa is haar verspreiding buiten gebouwen beperkt tot de meest zuidelijke en tijdens de winter warme regio's. Temperaturen tegen het vriespunt of lager worden niet getolereerd.

Bij ons worden slechts tijdelijk kolonies buiten gebouwen waargenomen. In verwarmde gebouwen zijn deze kosmopolieten bij ons reeds goed ingeburgerd.

In klinieken kan de Faraomier ernstige schade aanrichten. Geen enkel gaatje of spleetje is voor de werksters te klein. Ze worden aangetrokken tot etensresten, zoetigheden en dode insecten. De bestrijding is moeilijk en kan lang aanslepen. Bij ons zorgt antropogeen transport ervoor dat telkens nieuwe niches worden ingenomen. Waar de soort zich in haar sas voelt, kunnen grote kolonies zich heel snel uitbreiden. Verschillende studies suggereren dat een mogelijke oorzaak van het succes van de Faraomier en andere geïntroduceerde mierensoorten de capaciteit van productie van larvale secreties zou kunnen zijn, die ervoor zorgen dat vast voedsel heel snel wordt omgezet naar vloeibaar secreet dat door iedereen in de kolonie kan worden gebruikt.

Voorlopig wordt deze soort alleen in verwarmde gebouwen, serres en broedkasten gevonden.

De bruidsvluchten vinden plaats van augustus tot oktober.

Home