NATUURLEXICON


Faunapassage


Infrastructuur die bedoeld is om dieren van één zone naar een andere te brengen, bijvoorbeeld van water naar land of over een weg.

Een faunapassage kan bijvoorbeeld een ecoduct, een ecotunnel of faunabuis zijn. Een tunnel mag geen bocht maken, waardoor de dieren de uitgang aan de overkant niet kunnen zien en bijgevolg de tunnel niet zullen gebruiken.

Heel wat zoogdieren maken gebruik van deze passages. Ook tal van amfibieën, reptielen en ongewervelden zoals sprinkhanen, dagvlinders, libellen, loopkevers, spinnen, mieren, pissebedden, miljoenpoten, duizendpoten en hooiwagens.

Vooral ongewervelden die gevoelig zijn voor versnippering zoals (meestal of altijd) kortgevleugelde sprinkhanen (bijvoorbeeld Krasser, Gewoon Doorntje, Gewoon Spitskopje, Bramensprinkhaan, Zuidelijke Boomsprinkhaan) blijken gebruik te maken van deze faunapassages.  

Ook verschillende loopkevers zijn kortgevleugeld of vleugelloos of beschikken niet over vliegspieren; deze kevers maken ook dankbaar gebruik van faunapassages.  


Home