NATUURLEXICON


Gevlekte Scheerling

Conium maculatum   



De Gevlekte Scheerling Conium maculatum groeit op een voedselrijke zand- en kleigrond. Het is een vrij zeldzame plant die we kunnen aantreffen op zonnige, humeuze, stikstofrijke en matig droge groeiplaatsen. De plant bloeit van juni tot de eerste vorst met kleine witte bloemen in meervoudige schermen. De bladeren zijn fijn gedeeld.

De plant wordt tot 2 m hoog.

De rechte, holle stengel is blauw berijpt en voorzien van langwerpige rode vlekken. De plant bezit een wortelstok.

De hele plant is dodelijk  giftig door de stof coniïne. Deze stof verlamt de ademhalingszenuwen door de blokkerende werking op het ruggemerg.

Inname van de plantendelen leidt bij de mens tot braken, overmatige speekselvorming, buikloop, een vertraagde ademhaling, stuipen, gezichtsstoornis, spierslapte en verlammingen. Er treedt een gevoelloosheid in de ledematen op, gevolgd door ademhalingsverlamming. Tot de dood intreedt blijft het hart normaal slaan en blijft men volledig bij bewustzijn.

Inname van de plant door paarden en runderen leidt tot overmatige speekselvorming, verlamming, braakneigingen, kolieken, krampachtige ademhaling en tenslotte sterfte door een ademstilstand. Bij de behandeling wordt tannine toegediend, samen met stoffen die het centraal zenuwstelsel stimuleren.

Home