NATUURLEXICON


Gewone Kopermantel

Ferdinandea cuprea



De Gewone Kopermantel Ferdinandea cuprea is een zweefvlieg met een lengte van 7 tot 12 mm. Deze vlieg is herkenbaar aan de zwarte antenneborstel en de smalle, doffe bandjes direct tegen de achterrand van de tergieten en ook aan de borstels op de voor- en middenpoten.

Deze algemene zweefvlieg vliegt in 2 generaties van begin april tot eind september in diverse loofbossen, met een voorkeur voor eikenbossen. De zweefvlieg komt ook voor in open biotopen, waar vooral bloemen met een blauwe kleur worden bezocht.

De larven leven in sapstromen en boomwonden onder de schors van verschillende loofbomen (Berk, Eik, Iep, Populier en Wilg); vaak in associatie met vraat door de Wilgenhoutvlinder Cossus cossus. Waarschijnlijk leven de larven ook op rottende wortels van bomen en misschien ook kruidachtige planten.

De voorjaarsgeneratie komt uit de overwinterde poppen. De tweede generatie verpopt in de nazomer/herfst.

Een gekende parasiet is de gewone sluipwesp Bioblapsis polita.        

Home