NATUURLEXICON


Gewone Langhoornbij

Eucera longicornis   



De Gewone Langhoornbij Eucera longicornis is een zeldzame bij die voorkomt op bloemrijke graslanden, in bermen, uiterwaarden en structuurrijke bosranden.

Het vrouwtje heeft korte antennes. Het vrouwtje heeft een hommelachtig uiterlijk en een breed ovalen achterlijf.  

Het mannetje heeft een geel kopschild en zeer lange antennes.

De bij meet 14 tot 16 mm.  

Het is een oligolectische soort, die gespecialiseerd is op vlinderbloemigen. Men ziet de bij vaak op Veldlathyrus en ook op Vogelwikke, Witte Klaver, Rupsklaver en Gewone Rolklaver.

De bij graaft een nest in losse, schaars begroeide of kale grond op een zuidgerichte helling of steilrand. De nesten komen vaak in aggregaties voor, waar meerdere individuen dicht bij elkaar nestelen. Soms gebruiken 2 vrouwtjes dezelfde nestingang (communale levenswijze).

De bij vliegt van begin mei tot eind juli.  

De overwintering gebeurt als prepop in een cocon of als volwassen dier.

Gedurende de vliegperiode van deze soort worden veel graslanden en bermen voor het eerst in het jaar gemaaid. Een gefaseerd maaibeheer kan voor deze soort belangrijk zijn (aanwezigheid vlinderbloemigen). Wegbermen met grote groeiplaatsen van Veldlathyrus zijn zeer belangrijk.  


Home