NATUURLEXICON


Grijze Grootoorvleermuis

Plecotus austriacus   


De Grijze Grootoorvleermuis  Plecotus austriacus is iets groter dan de Grootoorvleermuis Plecotus auritus en meet tot 6 cm.

De oren van deze soort lijken sterk op deze van de Grootoorvleermuis. De snuit van de Grijze grootoorvleermuis is langer en spitser. De bovenzijde van het lichaam is overwegend grijs, de onderzijde lichtgrijs. De tragus is vrijwel vanaf de basis grijs gepigmenteerd.

De soort mijdt grote bosgebieden en komt meer voor in halfopen bosrijke parklandschappen. De zomerverblijven maken deze dieren in landelijk gelegen gebouwen, soms vrij in de daknok, op (kerk-)zolders, soms in spleten tussen balken. Dit is een warmteminnende soort. In tegenstelling tot de Grootoorvleermuis is deze soort duidelijk aan menselijke nederzettingen gebonden. Af en toe worden ze op zolders wel samen met Grootoorvleermuizen gevonden.

De Grijze Grootoorvleermuis overwintert van september tot april in kelders en (kalksteen-)groeven. Hij jaagt in open biotopen en rond straatverlichting en voedt zich overwegend met nachtvlinders, kevers en andere insecten.

De grootste bedreigingen voor deze vleermuis vormen vernietiging en verstoring van de zomer- en winterverblijven, zoals ondermeer renovatiewerkzaamheden en onderhoud van daken en gebouwen, (her-)ingebruikname van zolders, het afsluiten van in- en uitvliegopeningen op zolders voor vogels en de verlichting van in- en uitvliegopeningen, de versnippering (de vernietiging en het doorsnijden van pendelroutes door de kap van bomen of het opruimen van verbindende landschapselementen) en verlies en aantasting van de jachtgebieden door grootschalig bosbeheer, kaalslag en het scheuren van graslanden.

Vleermuizen zijn erg gevoelig voor verstoring. Indien de zolder regelmatig bezocht wordt en verlicht, zullen de vleermuizen deze zolder niet meer geschikt vinden en hem verlaten voor een rustigere plaats. Vooral in de kraamperiode zijn kolonies gevoelig voor verstoring. In sommige gevallen laten de vrouwtjes bij verstoring tijdens de kraamperiode hun jongen achter om rustigere verblijfplaatsen op te zoeken. Indien de jongen nog niet kunnen vliegen, leidt dit tot de sterfte van al deze jongen.

Het vleermuisvriendelijk inrichten van kerkzolders is gunstig, maar men moet er voor zorgen dat de werken zelf de dieren niet verstoren.

Home