NATUURLEXICON


Grote Tuinhommel

Bombus ruderatus   


De Grote Tuinhommel Bombus ruderatus is waarschijnlijk uit Vlaanderen verdwenen. Deze hommel vliegt van half april tot half september. De koningin wordt tot 24 mm lang, de werkster tot 18 mm en het mannetje tot 17 mm.

De koningin heeft een lang gezicht. De kop is zwart behaard. De kraag en de middenband van het borststuk zijn heldergeel. Een tweede middenband loopt over het laatste deel van het borststuk en de eerste tergiet van het achterlijf. De achterlijfspunt is wit.

Het mannetje heeft zeer lange antennes. Het gezicht is zwart behaard (soms met weinig gele haartjes). Er is een zwart haartoefje zichtbaar op de kaken.

Melanisme komt vaak voor bij deze soort, waarbij vooral de gele banden grotendeels tot geheel verdwijnen.

Deze hommel is voorzien van een zeer lange tong.

Deze hommel bezoekt verschillende bloemen waaronder Gewone Smeerwortel Symphytum officinale, Witte Dovenetel Lamium album, Rode Klaver Trifolium pratense, Stinkende Ballote Ballota nigra, Bosandoorn Stachys sylvatica,  Gele Lis Iris pseudacorus, Gevlekte Dovenetel Lamium maculatum, Vingerhoedskruid Digitalis purpurea, Beemdkroon Knautia arvensis, Knoopkruid Centaurea jacea en Peen Daucus carota.

Het nest wordt zowel boven als onder de grond gemaakt, vaak in verlaten muizenholen. Bovengrondse nesten liggen gewoonlijk vlak boven de grond onder dichte vegetatie. Er worden kolonies gevormd van 50 tot 100 individuen.

Deze soort komt voor in open landschappen, meestal bloemrijke gras- en hooilanden.  

De koekoekshommel van deze soort is de Lichte Koekoekshommel Bombus barbatellus.

Home