NATUURLEXICON


Grote Wolbij

Anthidium manicatum   


De Grote Wolbij Anthidium manicatum is een grote, algemene bij met een lengte van 13 tot 16 mm.

Het vrouwtje heeft een zwart borststuk of een zwart borststuk met gele vlekken. Het achterlijf is aan weerszijden voorzien van gele vlekken. Het vrouwtje heeft een buikschuier van goudgele borstelharen.  

Het mannetje heeft een zwart borststuk dat voorzien kan zijn van gele vlekken. De achterlijfspunt is voorzien van gekromde, goudkleurige haartoefjes en 5 gekromde zwarte tanden.

De soort komt van eind mei tot begin september voor in tuinen, langs zonnige bospaden en op droge schraalgraslanden.

De mannetjes verdedigen een territorium in de omgeving van de drachtplanten. Soortgenoten en ook andere bijen en hommels worden verjaagd en soms verwond door de doornen op het achterlijf van de mannetjes. Soms worden ook de vleugels afgebeten.

De bij haalt het stuifmeel bij voorkeur bij vlinderbloemigen, lipbloemigen en planten van de helmkruidfamilie.

Het nest bevindt zich in holtes in dood hout, in spleten tussen metselwerk en leem en in holle stengels. Voor de bouw van de broedcellen worden harige plantendeeltjes van bijvoorbeeld Slangenkruid Echium vulgare, Muizenoor Hieracium pilosella of Ezelsoor Stachys byzantina  gebruikt. De vrouwtjes beschikken voor de verzameling van het plantenmateriaal over enorme kaken. Het nest wordt aan de buitenkant afgesloten met zandkorrels, stukjes hout of steentjes. De bij haalt klierstoffen om de nestwol te impregneren onder meer bij Klein Streepzaad Crepis capillaris, Geranium-soorten Pelargonium species en Braam Rubus fruticosus. Dit smeersel vormt een bescherming tegen parasieten, in het bijzonder tegen bronswespen.  

Ook op Bont Kroonkruid Securigera varia en Kruipend Stalkruid Ononis repens kan deze bij worden gezien.

De laatste decennia blijkt deze soort vooral in stedelijke gebieden voor te komen, bijvoorbeeld in bloemrijke tuinen en parken. Buiten de stad wordt de bij alleen gezien op plaatsen met een hoge bloemdichtheid gecombineerd met geschikte nestlocaties.  

Deze bij wordt waarschijnlijk geparasiteerd door de koekoeksbijen Zwarte Tubebij Stelis phaeoptera en Geelgerande Tubebij Stelis punctulatissima.

Een andere parasiet is de Wolbijenmijt Sennertionyx manicati. Indien er zich koekoeksbijen in het nest begeven, kunnen deze op hun beurt het slachtoffer worden van deze mijt (hyperparasitisme).  

Home