NATUURLEXICON


Hageheld

Lasiocampa quercus   


De Hageheld Lasiocampa quercus is een spinner die voorkomt in open bossen, veengebieden en duinen.

In tegenstelling tot hetgeen zijn wetenschappelijke naam laat vermoeden, komt hij weinig op Eik-soorten Quercus species voor.

Deze vlinder heeft een vleugelspanning tot 75 mm. Hij meet tot 37 mm.

Na het Eikenblad is het onze grootste spinner.

Het mannetje is bruin; het vrouwtje is okergeel gekleurd. Er bestaat een grote geografische variatie voor wat betreft de kleurtekening van deze vlinder. In het laagland zijn er lichtere kleurvormen dan in gebergten.  

Het vrouwtje is het grootst. Het mannetje en het vrouwtje hebben witte vlekken op de vleugels. De vrouwtjes zijn lichter gekleurd dan de mannetjes en minder actief. Het mannetje heeft geveerde antennes en een gele band op de vleugels. Het mannetje is een krachtige vlieger.

Deze vlinder vliegt van mei tot augustus.  

Het vrouwtje deponeert de eitjes in de vlucht. De rupsen zijn voorzien van oranje haren. Ze zijn bruinzwart, langbehaard en worden tot 75 mm lang.

De waardplanten van de rupsen zijn Sleedoorn Prunus spinosa, Braam Rubus fruticosus, Brem Cytisus scoparius, Blauwe Bosbes Vaccinium myrtillus, Struikhei Calluna vulgaris, soms Eik-soorten Quercus species. en Berk-soorten Betula species.

De rupsen of de poppen overwinteren.

De rupsen ontwikkelen zich traag. In koude streken overwinteren ze soms twee keer in een bruine, stevige cocon in het gras.

Home