NATUURLEXICON


Halsbandparkiet

Psittacula krameri   


De Halsbandparkiet Psittacula krameri  is een uitheemse soort, oorspronkelijk afkomstig uit Centraal-Afrika tot Oeganda, India en Sri Lanka, maar in de jaren 1970 losgelaten in Brussel. In 1984 waren er 250 exemplaren; in 1988 reeds 500. Momenteel leven er in de Brusselse parken en bossen zo’n 10.000 Halsbandparkieten (toestand 2010). Ook in grote steden in Nederland, zoals in Amsterdam, Rotterdam en Den Haag komen er al grote aantallen van deze vogel voor.

De vogel meet ongeveer 40 cm en kan hels krijsen. Het mannetje heeft een band die rond de nek roze is en bij de keel zwart. Het vrouwtje heeft een onduidelijke band. Deze parkiet is felgroen gekleurd en heeft een lange staart en een rode bek.  

De Halsbandparkiet voelt zich goed in oude stadsparken met vooral oude bomen (Gewone Es, Beuk, Populier-soorten). Vooral de Gewone Es Fraxinus excelsior blijkt een gewaardeerde voedselplant.  

Steden zijn warmer dan het omliggende platteland. De vogel kan waarschijnlijk ook wel buiten steden overleven.

Oude bomen bevatten immers veel nestholten van vroegere bewoners. Deze wilde populatie groeit snel aan en beconcurreert als holenbroeder vele vogelsoorten, waaronder Boomklevers Sitta europaea en spechten, om nestgelegenheid. Soms worden ook holten of nissen in muren gebruikt.

De Halsbandparkiet hakt zelf geen nestholte; liever worden bestaande nestholten van bijvoorbeeld de Grote Bonte Specht Dendrocopos major gebruikt. Het is dus een secundaire holenbroeder. Ook de Boomklever heeft een voorkeur voor oude nesten van de Grote Bonte Specht, maar deze gaat pas in maart op zoek naar een nestplaats. De beste plaatsen zijn dan al bezet. De Halsbandparkiet heeft dan trouwens al eieren gelegd. Ook vleermuizen worden verdrongen van hun favoriete plekken. Het gedrag ten opzichte van inheemse vogelsoorten blijkt nochtans niet agressief te zijn.  

Spreeuwen Sturnus vulgaris verjagen blijkbaar zelf de Halsbandparkieten. De Kauw Coloeus monedula en de Holenduif Columba oenas verkiezen nestholten met een wijde opening. De Grote Bonte Specht en de Groene Specht Picus viridis hakken een hol uit als de Halsbandparkiet reeds aan het broeden is.  

Vanaf eind november gaat de Halsbandparkiet reeds op zoek naar potentiële nestholten. De nestholten bevinden zich tot 15 m hoog. De eieren worden reeds eind februari gelegd.  

Halsbandparkieten foerageren in groepen van 5 tot 10 vogels. Het voedsel bestaat uit knoppen, zaden, granen, nectar, bloemen en vruchten. Deze vogels bezoeken graag voedertafels.

Ze slapen in groepen van honderden.

In de beginfase had deze exoot weinig last van parasieten en predatoren. Tegenwoordig worden meer en meer resten van de Halsbandparkiet aangetroffen in braakballen van uilen (Bosuil), . Ook andere roofvogels (Sperwer, Boomvalk, Slechtvalk) slaan regelmatig een Halsbandparkiet. De toename van predatoren en parasieten zal de explosieve aangroei van de aantallen verder doen afremmen.

In kleinere aantallen werden in het Brusselse trouwens ook reeds Monniksparkieten Myriopsitta monachus opgemerkt.  

Home