NATUURLEXICON


Hermelijnvlinder

Mustela erminea   


De Hermelijnvlinder Cerura vinula behoort tot de tandvlinders. Hij meet tot 3 cm, heeft een vleugelspanning tot 7 cm en vliegt van april tot juli. Het is een witgrijze vlinder. Het mannetje draagt lange, geveerde antennen en een zigzag-tekening op de voorvleugels. Het vrouwtje is iets groter dan het mannetje en is duidelijker getekend met een zwarte belijning op de grijze vleugels. De vlinder komt voor op iets vochtige zonnige tot halfbeschaduwde plaatsen in (broek-)bossen, parken, beekoevers en bosranden waar de waardplanten voorkomen.  

Deze achteruitgaande soort strekt in rust de voorpoten recht naar voren uit. De vlinder is een nachtactieve soort.

De eitjes zijn roodbruin.

Een jonge rups is zwart; de wat oudere rups is groen met een paarszwarte zadelvlek en een felgekleurde kop, met een purperrode rand en zwarte oogvlekken. De rups kan tot 7 cm lang worden. Op het eerste segment van het borststuk heeft ze een lichtrode ring. Achteraan draagt een oudere rups 2 lange zweepachtige structuren. Ter verdediging kan ze een merkwaardige dreighouding aannemen en een waarschijnlijk prikkelende stof afscheiden uit de klieren.

De waardplanten van de rupsen zijn Ratelpopulier Populus tremula en Boswilg Salix caprea.   

De verpopping gebeurt in een stevige cocon van aan elkaar gekleefde houtspaanders. De pop overwintert.

Home